Op het ogenblik, dat de terugtocht aanving, was de vijand doorgedrongen in de voorpostenstrook bij 22 R.I. en stond hij in de aanval tegen de hws. bij 15 R.I., terwijl restanten van de voorpostencompagnie van dit regiment zich nog voor het N. deel van het vak bevonden. De aanval op 13 Mei was aan de Duitse 227e Divisie minder gemakkelijk ge vallen, dan was verwacht, zodat een hernieuwde aanval voor 14 Mei werd voor bereid. Van de terugtocht werd door de Duitsers niets bemerkt en zelfs was het vuur van het achtergelaten scherm zodanig, dat de Duitsers hierin verschijnselen van aanvallend optreden zagen. Daar zij bovendien tegen de onder bevel van C.I- 19 R.I. staande flankstelling eerst in de morgen van 14 Mei optraden, kon II Div. zich van de vijand los maken. C.-II Div. meende (als gevolg van de reeds gesignaleerde vergissing in het telefonisch ontvangen terugtochtsbevel) dat C.-II L.K. zich zou begeven naar Huis de Geer te Jutphaas, doch te 20.00 aldaar aankomende, vernam hij, dat C.-II L.K. zich te Lopik bevond, waarna hij zich met zijn chef van de staf, adj. chef van de staf en de D.A.C. daarheen begaf. Bij C.-II L.K. is reeds medegedeeld, hoe de gang van zaken op het St.K. te Lopik en de cp. te Jaarsveld is geweest. Uit de cp. te Jaarsveld gaf C.-II Div. bevelen voor het bezetten van het Mer- wedekanaal en het in stelling brengen van de artillerie, die door officieren op motorrijwielen werden overgebracht naar Bunnik, Cothen en Houten. Deze be velen hielden in, dat het Merwedekanaal van zuid naar noord bezet zou worden door 10 R.I. van Jutphaas (inb.) tot Huis de Geer, door 15 R.I. van Huis de Geer tot Liesbosch en door 22 R.I. van Liesbosch tot de scheidingslijn x). C.-II Div. keerde te 3.00 te Jutphaas terug en stelde zich telefonisch met C.- Groep Utrecht in verbinding om gegevens over de versterkingen te verkrijgen, terwijl een officier werd uitgezonden, om een stellingkaart te halen. Omstreeks deze tijd werd telefonisch aan de officier van dienst op zijn cp. mede gedeeld, dat de frontlijn lopende over het fort bij Vechten, het fort 't Hemeltje en de batterij aan de Overeindsche weg moest worden bezet. De naar Utrecht uitgezonden officier kwam terug met een kaart, waaruit de juiste frontlijn bleek, alsmede de aangelegde versterkingen en het vuurplan. C.-II Div. liet snel oleaten vervaardigen en aan de R.Cn. toezenden, doch ge gevens over artillerievuurplan, telefoonverbinding e.d. had hij niet kunnen ver krijgen. Hoewel de commandanten van de regimenten infanterie met spoed werden in gelicht, waren 15 R.I. en 22 R.I. reeds achter het Merwedekanaal, zodat zij weder terug moesten marcheren en hierna zal blijken, dat de bezetting van de frontlijn niet meer door deze regimenten is uitgevoerd. 687 naar het N. slechts gedeeltelijk en gestippeld (ontwerp) aangegeven, het Merwedekanaal van Jutphaas naar Vreeswijk kwam daarop wel voor, doch het daarop uitkomende Amsterdam-Boven- rijnkanaal (in uitvoering) was er niet op aangegeven. Dit wordt niet goed begrepen, daar Liesbosch vrijwel op die scheidingslijn lag.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 713