Voor 11-10 R.I., het voorpostenbataljon, was bepaald, dat dit twee uur vóór het dag worden de opstellingen moest verlaten. Aan C.-I-19 R.I., belast met het bevel over de flankstelling, was opgedragen, twee uur voor de schemering terug te trekken. In de onder diens bevel staande stelling waren, zoals reeds is medegedeeld, on derdelen uit de tussenverdediging en de stoplijn van 10 R.I. geplaatst en wel: C.-3-I met een sectie en een sectie zw.mitr., C.-3-III met twee sectiën van 3, een sectie van 2 en 5 zw.mitr., 2-III (min een sectie). In de hws. was het zgn. oostfront, na vertrek van C.-2-III naar la Montagne, overgedragen aan C.-M.C., die daar onder zijn bevel hield: M.C. (min 2 stukken), een stuk-14 M.C., een sectie van 3-III en het administratief-en keukenpersoneel van 2-III. De afmars voor de onderdelen van 111-10 R.I. in de frontlijn en het zgn. oost front was niet duidelijk geregeld, zodat de Cn. der le Comp. en M.C. in onder linge afspraak eerst te 1.00 afmarcheerden langs de voorgeschreven route, behalve de sectie van 3-III, die over de Roode Haan trok en te Houten is aangekomen. C.-2-III-10 R.I., ingedeeld bij de flankstelling, doch in tweede lijn opgesteld bij la Montagne, had, toen hij delen van 10 R.I. zag weg trekken, zich daarbij aangesloten. Zoals uit de beschrijving van IV Div. is gebleken, kregen nagenoeg alle onder delen, die in of kort na de morgenschemering vertrokken, in de omgeving van Amerongen en Leersum ontmoetingen met de Duitsers. De voorpostencommandant, C.-II-10 R.I., van wiens bataljon een compagnie tirailleurs en twee sectiën zw.mitr. in de hws. waren geplaatst (waarvan geen ge gevens voorhanden zijn), had na het ontvangen van het bevel voor de terugtocht zijn ondercommandanten nauwkeurige bevelen gegeven, doch had in verband met vijandelijk vuur, dat op de kunstweg Ede-de Klomp lag, de marswegen daarna doen wijzigen. Hij kreeg bij het opgegeven verzamelpunt bij Prattenburg slechts bij elkaar zijn staf, twee zw.mitr., drie sectiën uit zijn rechter vak, twee sectiën uit het midden vak en de bediening van een sectie 6 veld. Van het linker vak was de terug- tochtsweg door de Duitsers afgesneden. Op weg naar Houten hield hij rust nabij Leersum, waar enige wielrijders uit de richting Rhenen waarschuwden, dat de Duitsers in aantocht waren. Hij liet zijn troep dekking zoeken, doch doordat enkelen vuur afgaven op voorbij trekkende pantserwagens met motorrijders, werd hij ontdekt en onder vuur ge nomen. Hierbij sneuvelden een officier van gezondheid, drie onderofficieren, twee korporaals en drie soldaten. Behalve enkelen, die wisten te vluchten, werd de B.C. met zijn troep daarna gevangen genomen. Bij 111-10 R.I. was de, op de vorige bladzijde bedoelde, gezamenlijke terugtocht van de detachementen, onder bevel van Cn.-le Comp. en M.C., eerst in de nanacht aangevangen. Toen deze ten N. van Amerongen waren gekomen, werd er nabij de kunstweg gevuurd en nabij de Donderberg (N. van Leersum) ontmoetten zij 689

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 715