het Pompstation en aan de Middenweg, twee secties van 11-16 R.I. bij de
Redoute. De 5 nog aanwezige zw.mitr. werden over het front verdeeld en de bij
het bataljon aanwezige sectie van 5 C.Pag. sloot de toegangswegen af.
De 3e Comp., versterkt met 5 C.Mr. (min een sectie) en een sectie van 8 M.C.,
werd in de stoplijn geplaatst.
De cp. van de B.C. werd gevestigd op Goudestein te Nieuw Maarsseveen.
Het voorpostenbataljon, II-5 R.I. (min 3), was met auto's van 2-IV Aut.Bat.
over Utrecht verplaatst, terwijl de 3e Comp., die in de hws. stond, zoals wij reeds
vermeldden de mars aan het hoofd van het regiment had gemaakt.
Het bataljon bezette het Vak Mijnden van de Groep Nieuwersluis.
Artillerie.
I-5 R.A. ontving, nadat voorlopige bevelen waren voorafgegaan, te 20.30 bevel
voor de afmars, die tussen 21.30 en 22.30 aanving voor de rechter en midden
batterij en te 23.15 voor de linkerbatterij.
De St., Ie en 3e Bt. verzamelden in een barakkenkamp en reden naar Utrecht,
de 2e Bt. marcheerde alleen en kwam te 4.15 bij het fort aan de Biltstraat aan.
De Afdeling werd rechtstreekse steun van 16 R.I. en kwam in stelling in het
Wilhelminapark te Utrecht. Te 13.30 was zij gereed om te vuren.
II-5 R.A. begon te 21.00 de afmars. Onderweg werden moeilijkheden door
andere troepen ondervonden en een deel van St.-III-l R.A. werd in de colonne
opgenomen. Enkele losse paarden en een keukenwagen werden onderweg ver
loren.
Nabij de Bilt trok de Afdeling over Bilthoven naar Maartensdijk.
Toen de officier-bevelsontvanger, die daar zou terugkeren, niet verscheen, werd
een onderofficier naar de Hojelkazerne gezonden en tenslotte kwam de Afdeling
in stelling ten N.W. van de Lunetten, waar vroeger voor twee batterijen stellingen
waren voorbereid.
Zij werd aangewezen voor rechtstreekse steun aan 21 R.I., doch er kwam geen
contact met C.-21 R.I. tot stand.
III-5 R.A. was ingedeeld bij VII Div. en haar lotgevallen zullen bij die divisie
worden vermeld.
III-l R.A. marcheerde vóór 5 R.I. uit langs de voor dit regiment aangewezen
marsweg naar Loenen. Zij werd ter hoogte van Soestduinen (door onbekenden)
beschoten, zodat bespanningen op hol sloegen, tengevolge waarvan drie caissons
en een keukenwagen moesten worden achtergelaten; de paarden zijn niet meer
opgevangen kunnen worden.
Van Loenen werd de Afdeling verplaatst naar Breukelen, van waaruit stellingen
werden verkend bij Nieuwe ter Aa. Te 7.00 ontving de Afd.C. echter opdracht,
708
0 Dit waren twee secties, die in de Valleistelling in het vak van 1-5 R.I. als golfbrekers vóór de
frontlijn waren opgesteld geweest.