stelling nabij Het Gein betrekken en ging in Het Gein tot legeren over, in afwach ting van het gereed komen van de stelling. 111-18 R.A., ingedeeld bij VII Div. en opgesteld tussen Huizen en Laren, kwam in stelling ten N.O. van Weesp. 1 A.M.C. reed te 20.30 af van verschillende punten op de kunstweg Amersfoort- Soesterberg, nl. de staf van Kampoord, de Lichtmeetafdeling van het wegenkruis punt ten Z.W. van Amersfoort, de Geluidmeetafdeling van de Geniekazerne te Soesterberg. De Afdeling reed naar Harmeien, waar zij op 14 Mei te 2.00 aankwam en tot legeren overging. In de loop van de dag werden verkenningen uitgevoerd, doch de verkende op stellingsplaatsen zijn niet meer ingenomen. Het 2e Hulpweerstation, gevestigd in het gebied van IV L.K., werd verplaatst naar Harmeien. IV L.K.T. IV L.K.T. (min IV P.A.) ontving opdracht, zich te verplaatsen naar Water graafsmeer. Toen te 23.00 verzameld was te Diemen, bleek het onderbrengen te Watergraafsmeer niet mogelijk, zodat de trein werd geparkeerd op de zuidelijke wandelweg onder bomen, terwijl in overleg met de garnizoenscommandant te Amsterdam het onderbrengen in Amsterdam-zuid-west werd voorbereid. Van IV Vb.A. vertrokken de le en 2e Sectie, die resp. een hoofdverbandplaats hadden ingericht te Bussum en een licht-ziekenverblijf te Hilversum, naar Water graafsmeer. De 3e en 4e Sectie, die een hoofdverbandplaats hadden ingericht te Huis ter Heide, werden op Meern, ten W. van Utrecht, gedirigeerd, waar voorbe reidingen voor de inrichting van een nieuwe hoofdverbandplaats werden getroffen. De 5e Sectie van deze Vb.A. was gedetacheerd bij Brig. A. De Z.S.A. liet de zieke en gewonde paarden te Hilversum onder de hoede van het gemeentebestuur achter. Van de Vl.A. vertrok de staf naar Watergraafsmeer, terwijl de zoeklichtgroepen waren ingedeeld bij de divisiën en met deze terugtrokken. Zoals eerder is medegedeeld, was IV P.A. van Wijk bij Duurstede naar Schoon hoven gezonden, waar zij tussen 23.00 en 1.00 aankwam. 4 C.A.A.T. en IV Aut.Bat. 4 C.A.A.T. werd op Vinkeveen gedirigeerd. IV Aut.Bat. kreeg Amsterdam als bestemming. Bij dit bataljon was 1-9 G.B. ingedeeld voor bewakingsdiensten te Hilversum, welke compagnie met het bataljon werd verplaatst naar Amsterdam. Onderdelen van het bataljon werden op 13 Mei belast met troepenvervoer en transporten van munitie en andere zaken. Zo vervoerde 1-IV Aut.Bat. delen van 111-18 R.I. naar fort Uitermeer, terwijl 2-IV Aut.Bat. de voorposten van 5 R.I. (II-5 R.I. min 2) over Utrecht naar Nieuwersluis en de voorposten van 16 R.I. naar Utrecht bracht. Nadat de voorposten van 5 R.I. bij Griftenstein (vóór Utrecht) waren gepasseerd, waren aldaar de aspergehindernissen gesloten. 717

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 743