De 2e Compagnie was op 10 Mei gelegerd te Zeist en belast met de bewaking van de telefooncentrale te Zeist en de Bilt en voor patrouillediensten ter opsporing van gemelde parachutisten. De 3e Compagnie was ter beschikking gesteld van C.-IV L.K. en belast met bewaking van het St.K. te Bilthoven, de telefooncentrale aldaar en de cp. te Huis ter Heide. C.-IV-20 R.I. vertrok op 13 Mei naar Woerden en werd door de C.V. belast met het kantonnementscommando aldaar. C.-1-I-20 R.I. vernam de algemene terugtocht op 13 Mei van de langstrekkende colonnes. Telefonische verbinding met C.-II L.K., C.-IV Div. en de oude cp. van 11 R.I. bleek bij herhaalde pogingen niet meer te krijgen. Volgens het verslag van de C.C. belde de opzichter van Waterstaat te 21.00 een van zijn chefs op om instructies te vragen voor hem en het bewakingsdetachement. Te 21.30 kreeg hij advies, te vertrekken, zodra de telefoonverbinding met het gemeentehuis te Amerongen verbroken zou zijn. Te 22.00 kwam er een opdracht binnen bij de opzichter, de sluizen alsnog te laten springen en daarna verscheen een detachement genietroepen, dat de springlading aanbracht en te 24.00 de ver nieling tot stand bracht Daarna marcheerde de compagnie langs de Lekdijk naar Vreeswijk, waar zij op 14 Mei te 6.00 aankwam, om vervolgens de mars voort te zetten over Jutphaas naar Utrecht, waar zij te 11.00 aankwam. De C.C. besloot, te 21.00 door te mar cheren naar Woerden of Gouda, waar volgens geruchten het bataljon moest zijn. Te 17.00 vond een soldaat van de compagnie een op de weg liggend bericht (uit een berichtenboekje) dat de O.L.Z. had besloten, de wapens neer te leggen. De kapitein vertrouwde de echtheid hiervan niet en hield het bericht geheim, tot hij te 19.00 via de radio de bevestiging hoorde. Hij besloot nu, met zijn com pagnie te Utrecht te blijven. De 2e Compagnie is op 13 Mei te 23.00, toen alle telefoonverbindingen te Zeist waren verbroken, met auto's vervoerd naar Gouda, waar zij ter beschikking van de C.V. bleef. De 3e Compagnie is op 13 Mei te 20.30 teruggetrokken naar Vinkeveen, waar zij ter beschikking van C.-IV L.K. bleef voor bewakingsdoeleinden. b. ACHTERHOEDE 1. 1-14 R.I. Op blz. 598 werd medegedeeld, dat 1-14 R.I. was aangewezen, om de door de achterhoededetachementen van de voorm. T.B.O. bezette opstellingen te ver lengen naar het Z.W. en daartoe de wegen af te sluiten bij Wikkenburg, Werk hoven en Beverweerd. Het bataljon had Culemborg te ongeveer 24.00 bereikt, toen juist de ponton brug was afgebroken, zodat het gedeeltelijk over het veer, gedeeltelijk over de 719 r) Van welk onderdeel dit detachement afkomstig was, is niet meer bekend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 745