spoorbrug de Lek had moeten overschrijden, tegelijk met III-2 R.I., dat het Lek- acces moest gaan bezetten. Het had bij de mars naar Culemborg vertraging onder vonden door dezelfde oorzaken als III-2 R.I. De keukentrein en goederentrein waren in de colonnes der artillerie van III L.K. medegezogen, zodat deze niet beschikbaar waren. Na de overgang over de Lek moesten troepencolonnes van IV Div. worden gekruist, wat opnieuw vertraging veroorzaakte. Het bataljon bezette tenslotte op 14 Mei te ongeveer 7.00 de aangewezen punten en wel: Wikkenburg met de 3e Comp., versterkt met een sectie zw.mitr. en een stuk pag., Werkhoven met le Comp., versterkt met M.C. (min twee Sn.) en een sectie pag., Beverweerd met 2e Comp., versterkt met een sectie zw.mitr. en een stuk pag. De cp. en de gevechts- en levensmiddelentrein werden te Werkhoven gevestigd. Door oververmoeidheid was de troep niet geheel gevechtsvaardig. Eigenlijk was de taak, die aan het bataljon was toegedacht, reeds afgelopen, toen de opstelling werd ingenomen, want IV Div. en Brig. B waren met het gros binnen het Lekacces en II Div. had de mars reeds lang uit het gebied om Houten en Vechten voortgezet tot achter het Oostfront. Bovendien waren, zoals hierna zal blijken, de detachementen onder bevel van de voorm. T.B.O. uit Cothen, station Driebergen en verder noordelijk reeds te 5.00 teruggetrokken. In de bevelen van de C.V., die gegeven werden, toen de gebeurtenissen bij IV Div. met grote snelheid een catastrophe naderden, was verzuimd op te nemen, onder wiens bevel dit bataljon kwam te staan en wie het ogenblik van teruggaan moest bepalen. C.-I-14 R.I. was dus met zijn bataljon geheel op zichzelf aangewezen en kon op beide vleugels worden omtrokken. Zijn rechtervleugel had aanleuning aan het in aanleg zijnde Amsterdam-Bovenrijnkanaal en het terrein bij Schalkwijk, dat gaandeweg dras begon te staan. Hij liet zeer vlot in de voeding voorzien; van de algemene toestand wist hij weinig af. Te ongeveer 12.00 naderde bij Wikkenburg een vijandelijke afdeling, waarbij zich een paw. bevond, uit de richting Gooi. Bij het daarop gevolgde vuurgevecht sneuvelden drie soldaten, terwijl een cadet-vaandrig, twee korporaals en een soldaat werden gewond. De vijand zette geen aanval door. Te 19.00 ontving de C.C. bevel van zijn B.C. om terug te trekken, hetgeen hij uitvoerde in de richting Jutphaas en te 23.00 werd de compagnie ondergebracht in de batterij aan de Overeindsche weg ten O. van fort Jutphaas. Bij Beverweerd naderden omstreeks 13.00 op de weg langs de Langbroeker wetering (uit de richting Neerlangbroek) een veldwachter met 12 militairen, die zich, na bevuurd te zijn, dekten. Aan onze zijde werden 2 man gewond. Nadat de Duitsers zich een tijdlang niet meer hadden vertoond, kwam de veldwachter mededelen, dat de Duitsers allen in de sloot waren gevallen en gedood. 720

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 746