736
De rest van de Ve Div. bezet de Maas en Bergsche Maas in aansluiting aan de Lt. Div.
Aldus moet aan het einde van dezen overtocht aan een eventueel opdringenden vijand
weerstand kunnen worden geboden aan de Maas, zoowel in het Land van Maas en Waal als
in de Bommelerwaard, met (als verbinding) het bezette Waalvak Varik-Opijnen. De mate
van bezetting houdt verband met aanwezigheid van vijand op den Z.oever van Maas en
Bergsche Maas.
ad b. In den nacht van D 1 op D 2 wordt het gedeelte van III L.K., dat zich W. van
Rossum bevindt, achter de Waal teruggenomen,
ad c. Het teruggaan van Brig.B (met de troepen van Vie Div.) wordt afzonderlijk bevolen.
De mogelijkheid bestaat, dat zulks gelijktijdig plaats vindt met den terugtocht ad. b.
Voor de Aanwijzingen die C.-Brig.B ontving, verwijs ik naar het afschrift, dat U wordt
toegezonden. C.-III L.K. kan voor zijn L.K.troepen en -treinen beschikken over het gebied
van het O.front Vg.H. ten N. van de lijn Leerdam (niet inb.)-Lopik (niet inb.) en ten Z.
van de Lek.
8. Het teruggaan van de Lt.Div. naar het gebied ten N. van de Bergsche Maas en het Hollandsch
Diep geschiedt volgens bevelen van C.-III L.K., die aan C.-Lt. Div. zal opdragen zoo spoedig
mogelijk zijn cp. te berichten aan den O.L.Z. die bevelen voor het verder teruggaan over de
Merwede geeft.
9_ Het teruggaan van 3 en 6 G.B. dient door C.-III L.K. te worden bevolen, zoodra de grens
overschrijding heeft plaats gehad.
4-V Aut.Bat. dient op de Bilt te worden gedirigeerd. Ik machtig U echter, deze Comp. voor
terugvervoer van troepen in te schakelen.
11. De door C.-III L.K. getroffen voorbereidingen en bevelen ter uitvoering van het vorenstaande
moeten in den avond van 7 April gereed zijn.
De Luitenant-Generaal
Adjudant in B.D. van HM. de Koningin,
Commandant van het Veldleger,
J. J. G. Baron van Voorst tot Voorst
w.g. van Voorst tot Voorst