737 Bijlage A. IV COMMANDANT VAN HET VELDLEGER H.K.V. 5 April 1940 Sectie I Nr. 17 P PERSOONLIJK OPERATIEVE AANWIJZINGEN VOOR C.-BRIG. B 1 C -Brig.B dient rekening te houden met de mogelijkheid, dat het III L.K. zal moeten terug gaan uit de Peel-Raamstelling met een deel der VI Divisie over de bruggen bij Oyen en Tiel daarbij dus het gebied van Brig.B doorschrijdende, een en ander in afwijking van pt. 6 sub a III van mijn Algemeen Verdedigingsbevel van 10 November 1939, Sectie 1.1 Nr. 5B. 2 C.-III L.K. heeft opdracht, alsdan een R.I. (a twee Bats.) en een Afd.Art. achter te laten aan de Maas in het Vak Maasbommel (niet inb.)-Heerewaarden, ter beveiliging van de Zuidflank van Brig.B. Deze troepen komen alsdan tijdelijk onder bevel van C.-Brig.B. Bovendien dient er rekening mede te worden gehouden, dat St.-29 R.I. en een Bat. van 29 R.I. bij Brig.B terugkeert. De Brig.B houdt de Maas-Waalstelling en het Maasvak Appeltern-Heerewaarden bezet en verdedigt deze krachtig tot mijn bevel. 3. In afwijking van het gestelde sub 6 b IV van vorenbedoeld Verdedigingsbevel zal de Brig, (tijdelijk versterkt met het R.I. (van 2 Bataljons) en de Afd.Art. van VI Div.) op mijn bevel teruggaan achter de Waal over de brug bij Tiel, nadat de terugtocht van III L.K. voldoende zal zijn gevorderd. De Brig, zal tot legering overgaan in het rayon Amerongen-Wijk bij Duurstede, Beusichem, Zoelmond, Rijswijk, Maurik, Essenbroek, Amerongen, terwijl het R.I. en de Afd.Art. van VI Div. worden gedirigeerd naar door C.-III L.K. te bepalen plaatsen. 4 Bij het teruggaan van Brig.B. uit de Maas-Waalstelling en van het Maasvak Maasbommel- Heerewaarden zullen in die stelling en aan de Maas achterhoeden moeten worden achtergelaten, zulks onafhankelijk van de overige beveiligingsmaatregelen, welke C.-Brig.B noodig acht voor het verzekeren van den terugtocht over de Waal. Tijdens den overtocht over de Waal en het doorschrijden van het stellmgsgebied van III L.K. zullen de onderdeelen van Brig.B de aanwijzingen moeten opvolgen, welke door of namens C.-III L.K. zullen worden gegeven. 5. C.-Brig.B dient ten spoedigste een plan van uitvoering van den in deze Aanwijzingen aan gegeven terugtocht te maken en de daartoe noodige verkenningen te verrichten, waarbij ik wijs op verkenning van de op- en afritten van de brug bij Tiel. De noodige bevelen dienen voor zooveel mogelijk te worden voorbereid. Een en ander zal in den avond van 7 April gereed moeten zijn en mij in den voormiddag van 8 April in afschrift moeten bereiken. 6. Van deze terugtochtsplannen mag voorshands geen mededeeling worden gedaan aan de onder commandanten. De Luitenant-Generaal, Adjudant in B.D. van H.M. de Koningin Commandant van het Veldleger, J. J. G. Baron van Voorst tot Voorst w.g. van Voorst tot Voorst 9-4-'40 te 23.47 tfn. bericht van C.V. (Kapitein Toet), dat C.-Brig.B bij terugtocht voorloopig niet mag rekenen op C. Staf van 29 R.I., dus slechts op 1 Bat. van 29 R.I. St. voorloopig noodig. Komt heel misschien tijdig vrij. Aan: C.-Brig.B, Ex. Nr. 11 t/m 13. Afdruk aan: C.-III L.K. Ex. Nr. 14, O.L.Z. Ex. Nr. 15 t/m 19.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 763