751 Bijlage A VIII PROCLAMATIE van H.M. de Koningin van 14 Mei 1940 Nadat volstrekt zeker was geworden dat Wij en onze Ministers in Nederland niet langer vrijelijk konden voortgaan met de uitoefening van het Staatsgezag, moest het harde, maar noodzakelijke besluit worden genomen, den zetel der Regeering te verplaatsen naar het buitenland voor zoolang als onvermijdelijk, en met de bedoeling Ons terstond wederom in Nederland te vestigen, zoodra zulks maar eenigszins kon. De Regeering bevindt zich thans in Engeland. Zij wenschte een regeeringscapitulatie te voor komen. Daarbij blijft het Nederlandsche grondgebied, dat in Nederlandsche handen blijft, in Europa zoowel als in Oost- en West-Indië, één Souvereine Staat, die zijn steun als volwaardig lid der Statengemeenschap en in het bijzonder in de beraadslagingen van de gezamenlijke bond- genooten zal blijven laten hooren en tot zijn recht zal weten te brengen. De Militaire Overheid en in hoogste ressort de Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht beoordeelt thans, welke maatregelen in militair opzicht noodig en verantwoord zijn. Daar, waar de overweldiger heerscht, moeten de plaatselijke burgerlijke Overheden alles blijven doen, wat in het belang der bevolking nuttig kan zijn en in de eerste plaats mede werken tot het bewaren van orde en rust. u°ns'1i3rt §aat uit naar Onze landgenooten in het vaderland, die harde tijden zullen doormaken. Maar Nederland zal zijn geheel Europeesch grondgebied éénmaal met Gods hulp herwinnen. Herinnert U rampen uit vroegere eeuwen, waaruit Nederland is herrezen. Zóó zal het ook ditmaal gaan. Dispereert met: Doet allen, wat U mogelijk is in 's lands welbegrepen belang. Wij doen het Onze. Leve het Vaderland! WlLHELMINA

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 777