753
Bijlage A X
PROCLAMATIE
Aan de Bevolking
Duitschland heeft hedenmiddag Rotterdam gebombardeerd, terwijl Utrecht eveneens met
vernietiging wordt bedreigd. Ter sparing van de burgerbevolking en ter voorkoming van verder
bloedvergieten, meen ik gerechtigd te zijn om aan de daarvoor in aanmerking komende troepen
het bevel te geven den strijd te staken. Aan deze troepen is tevens opdracht gegeven om tot aankomst
van de Duitsche geregelde troepen de orde te handhaven en de daartoe noodige wapens en munitie
te behouden. De strijd in Zeeland wordt nog voortgezet.
Ik breng met nadruk onder de aandacht van de bevolking dat alle tot nu toe geldende wettige
bepalingen ter verzekering van de orde en de rust moeten worden nageleefd en dat het militaire
gezag ter plaatse bevoegd blijft tot het oogenblik dat Duitsche troepen zullen zijn aangekomen.
Ik doe een beroep op de bevolking om door een waardige, ernstige, rustige houding tijdens de
bezetting die komen gaat, den eerbied van den vijand af te dwingen.
Door groote overmacht van de meest moderne middelen is hij er in geslaagd onzen weerstand
te breken. Wij hebben ons niets te verwijten gedurende dezen oorlog. Uw houding en die van de
troepen was rustig en vastberaden, Nederland waardig. Behoudt deze houding, vergeet niet dat
gij Nederlanders zijt en dat het Koninkrijk der Nederlanden, al zal het moederland grootendeels
door den vijand worden bezet, niet heeft opgehouden te bestaan.
Aan het einde van den oorlog zal Nederland weder als zelfstandige vrije natie opstaan.
Leve Hare Majesteit de Koningin!
De Generaal Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht
H. G. Winkelman
Algemeen Hoofdkwartier 14 Mei 1940