De lichte troepen van IV L.K. bevonden zich nog buiten de stellingen; zij hadden aanraking met de vijand. Omtrent de sterkte van de vijand voor de Vallei stelling werd in het duister getast. Hoewel uit Apeldoorn het bericht van binnen trekkende colonnes was gemeld, waren de schaarse berichten van de luchtver- kenners vrijwel negatief. In het gebied van het Veldleger, in het bijzonder ten N. van de Lek, begon zich een toenemende onrust te vertonen. De schaarse en spoedig tot overdrijving aanleiding gevende geruchten omtrent hetgeen in het hart des lands plaats greep, de (onjuiste) berichten, die binnen kwamen over het landen van parachutisten op de onwaarschijnlijkste plaatsen, de toenemende geruchten over het optreden van een 5e colonne en over verraad, waren oorzaak van zenuwachtigheid, talloze patrouilles, overdreven controle op de wegen e.d. Hier moet aan worden toegevoegd, dat de staven en troepen begonnen te lijden onder de gevolgen van gebrek aan nachtrust op 9/10 en 10/11 Mei. De sfeer, die tengevolge van het bovenstaande begon te heersen, kan moeilijk weer volledig worden weergegeven, doch begon een belangrijke factor te vormen bij onze staven en troepen, die de oorlog nog moesten leren kennen. Enerzijds was het nu voor de C.V. nodig, strenge maatregelen te overwegen voor de veiligheid en de orde in de rug van de troepen en tegen plundering in geëvacueerde dorpen, anderzijds drong zich de noodzakelijkheid op, maatregelen te overwegen tegen het op belangrijke schaal voorkomen van plichtsverzaking, zoals die - naar het heette - zich bij de voorposten van de IV Div. had gemani festeerd. c. DE OPERATIËN OP 12 MEI 1940 (Zie schets/kaarten Nrs. C 8, 19, 23 en 25) Te 0.10 is aan de L.K.Cn. en Brig.Cn. een waarschuwing uitgegaan, dat er vele onjuiste en tendentieuze berichten omtrent parachutisten werden rondge strooid. Het eerste bevel, dat van de C.V. op 12 Mei uitging, was het reeds onder b genoemde, dat 1-24 R.I. en 1-16 R.A. over de Lek moesten worden gebracht naar de N.O. rand van Amerongen 1). Nadat dit telefonisch was uitgegaan, ging de bevestiging per telex aan C.-II L.K. uit te 1.00, doch het bereikte C.-Brig. B per telefoon van C.-II L.K. veel later, toen het reeds in uitvoering was. 1-26 R.I. werd te 6.00 ter beschikking gesteld van C.-III L.K. Te 7.50 meldde C.-III L.K., dat de toestand bij de Lt.Div. gunstig was. Te 8.30 gaf de O.L.Z., nadat de waarschuwing onmiddellijk was voorafgegaan, bevel tot evacuatie van de bevolking uit het inundatiegebied van het Oostfront- 0 1-24 R.I. en 1-16 R.A. waren reeds te 4.30 in de N. rand van Amerongen aangekomen, in beweging gezet op de telefonisch te voren gegeven bevelen. 60

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 84