Vg.Holland ten N. van de Lek (zie bijlage A. VII rubriek c). Daar Friesland als afvoergebied was uitgevallen, moest een groot deel van het vervoer te water worden vervangen door vervoer per spoor, dat zou moeten aanvangen op 13 Mei 21.00. De O.L.Z. gaf eveneens bevel voor de afvoer van vee uit het gebied van de Lingestelling. Deze moest met grote spoed worden georganiseerd en in de avond van 12 Mei trokken grote massa's vee naar Beusichem, vanwaar vervoer naar Ammerstol zou plaats hebben. Te 9.30 gaf de C.V. opdracht aan C.-III L.K., aan C.-Groep Merwede en aan C.-2 Lv.R., verkenningen uit te doen voeren naar 's-Hertogenbosch, Tilburg, Breda en de Biesbosch. De C.V. wenste te weten, wat er op het zuidelijke deel van het front van het Veldleger plaats greep. De berichten van II L.K. luidden niet gunstig. Een aanval tot het hernemen van de voorpostenstrook was niet kunnen worden doorgezet; de vijand stond tegenover de frontlijn; de Grebbeberg lag onder hevig artillerievuur. Te 9.00 stelde de C.V., onmiddellijk ingaande, onder bevel van C.-IIL.K.: 1-24 R.I.,1-16 R.A., 10 M.C. en 29 C.Pag., allen te Amerongen aanwezig. Te 10.20 werd per telex door de O.L.Z. een bericht doorgegeven, dat men de komische noot in de ernstige omstandigheden zou kunnen noemen. De inhoud luidde: „Machtiging wordt verleend tot het doen van uitgaven voor het in staat van verdediging brengen der stellingen onder C.V.". Het is jammer, dat niet meer kan worden opgespoord, in wiens brein de ge dachte was opgedoken, om deze machtiging, toen de oorlog twee dagen aan de gang was, aan de C.V. te geven. De origine zal wel ergens op een bureau op het Departement van Defensie liggen. Er ontbrak slechts aan, dat de C.V. gemachtigd werd tot het doen schieten op de vijand, doch dit had dan ongetwijfeld een ander bureau moeten uitvinden. Te 10.30 gelastte de C.V., dat 111-20 R.I. van IV L.K., welk bataljon was be last met de bewaking en de verdediging van het vliegpark Soesterberg, moest worden afgelost door een bataljon van het uit IJsseltroepen gevormde 43 R.I. Te 11.45 berichtte C.-Brig. A, dat een zijner Afdn. art. onder vuur was geweest uit de richting Wageningen. De O.L.Z. berichtte, dat 1-III-15 R.A. en 3-1-12 R.A., die naar Zuid-Holland waren gezonden, weder ter beschikking van de C.V. kwamen, welk bericht aan de L.K.Cn. werd doorgegeven. C.-Oostfront-Vg.Holland ontving bevel, zijn front met burger-arbeiders in staat van verdediging te brengen. Op dat front hadden de in April vrijwel stopgezette werkzaamheden niet meer kunnen worden hervat. C.-IV L.K. deelde ongeveer 12.30 mede, dat 1 R.H., dat de vorige avond zonder voldoende reden binnen de stellingen was gekomen, door hem weder naar buiten was gezonden naar de lijn Achterveld-Terschuur-Nijkerk, van waaruit in O. richting werd verkend. Omstreeks dit tijdstip kwam C.-II L.K. op het H.K.V., ten einde de C.V. per soonlijk enkele mededelingen te doen. Het is niet mogelijk, een volkomen juiste 61

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 85