Het onderhoud kreeg aldus een enigszins geprikkeld karakter, waarvan waar schijnlijk de ondergrond was, dat de C.V. deze L.K.C. op dit ogenblik liever niet op zijn hoofdkwartier had gezien, terwijl de wijze, waarop C.-II L.K. zich over het gedrag van de voorposten uitliet, weinig aangenaam aandeed. Bovendien had de C.V. de indruk, dat C.-II L.K. zichzelf reeds niet meer volledig in bedwang en onder controle had. Nadat C.-II L.K. was vertrokken, telefoneerde de C.V. met C.-8 R.I., die in zijn cp. op de Grebbeberg zat, kreeg, voorzichtig peilend, bevestiging van de indruk, dat C.-II L.K. weinig tactvol was opgetreden, sprak C.-8 R.I. bemoedigend toe en uitte de verwachting, dat de weerstand in de hws. groter zou zijn. Dit gesprek met zijn hoogste chef heeft C.-8 R.I. goed gedaan. Vervolgens kwamen de volgende berichten binnen: - van C.-III L.K., dat Franse troepen in de lijn St. Oedenrode-Turnhout waren aangekomen en dat dit modern uitgeruste gemotoriseerde troepen waren - van C.-IV L.K., dat artillerievuur was geopend op Duitse infanterie vóór de voorposten van VIII Div. - te ongeveer 14.00 van C.-IV L.K., dat 111-20 R.I. (afkomstig van vliegpark Soesterberg) 1 R.H. vóór de stelling zou aflossen en dat de sectie paw. in contact was gekomen met vijand; - te 14.20 van Ch.St.Landmacht, dat te Rotterdam de N.oever van de Maas in Nederlandse handen was, met uitzondering van een handvol Duitsers op de Boompjes, terwijl er ten Z. van de Maas slechts enkele verspreide weer standen waren. Waalhaven was als landingsterrein onbruikbaar geworden en Delft was vast in onze handen. Daarna kwam plotseling te 15.15 bericht van C.-II L.K., dat de frontlijn bij 8 R.I. was doorbroken en dat de vijand zich op de Grebbeberg bevond. Hierna zijn een aantal bevelen gegeven, waaromtrent de nog beschikbare ge gevens niet geheel overeenstemmen. Deze bevelen zijn voor een groot deel door de C.V. persoonlijk telefonisch ge geven, aansluitende aan zijn informaties bij zijn ondercommandanten, welke troepen beschikbaar waren. Daaruit valt vermoedelijk te verklaren, dat de bevels uitgifte, die is uitgegaan van de C.V. en van de Sectie I van zijn hoofdkwartier, niet met elkaar in overeenstemming is geweest. Aan C.-Brig. B is bevolen, de nog ten Z. van de Rijn aanwezige en beschikbare onderdelen van zijn brigade van oever te doen verwisselen en de onderdelen der brigade te verzamelen in het bedekte terrein ten N.O. van Amerongen, waarbij werd medegedeeld, dat C.-Aut.Reg. opdracht had, met twee compagnieën van zijn regiment de beide bataljons van 29 R.I. van Wijk bij Duurstede naar het 63 x) Op 12 Mei werden de Fransen bij Tilburg door de 9e Pantserdivisie aangevallen, terwijl deze divisie tevens het verband tot stand bracht met de Duitse bezetting van de Moerdijkbruggen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 87