verwarring en beneemt hij bij voorbaat aan zijn onderbevelhebbers de blijmoedig heid en de vrijheid om te handelen. Indien in een geval als het onderhavige, het allereerste binnendringen in de hws. op één punt, de allerhoogste chef reeds gaat ingrijpen in het ressort, niet alleen van zijn rechtstreekse onderbevelhebber, doch zelfs nog een trap lager, dan kunnen moeilijkheden niet uitblijven. Intussen moet men hierbij in het oog houden, dat de C.V. gedurende de mobili satiemaanden had ervaren, hoe moeilijk het was, in alle lagen van ons ongeoefende leger het heilige vuur aan te wakkeren, dat hem zelf bezielde, terwijl ongetwijfeld het nodige vertrouwen in C.-II L.K. en C.-IV Div. ontbrak. Dat uit de gegeven bevelen wrijving voortkwam, zal uit het vervolg van de be schrijving volgen. Dergelijke wrijvingen komen in de oorlog veelvuldig voor en zij zouden in dit geval ook spoedig zijn opgehelderd, indien C.-II L.K. een meer evenwichtig persoon ware geweest en over meer optimistische eigenschappen had beschikt, niet reeds was geprikkeld door het gebeurde op het H.K.V. tijdens de conferentie van nauwelijks een paar uur te voren en de gave had bezeten, zich te bedienen van een woordkeuze, die anderen niet prikkelde. De aanval, waarbij C.-II Div. en twee regimentscommandanten werden inge schakeld en C.-II Div. met het bevel over IV Div. en Brig. B werd belast, was van de C.V. zelf uitgegaan, vóórdat deze zijn aangewezen adviseurs had gehoord. Geen hunner zou hebben nagelaten, daartegen te adviseren. In dit verband moet worden aangetekend, dat de impulsieve, werkzame en dynamische aard van de C.V. hem er spoedig toe verleidde, zelf zijn informaties in te winnen en bevelen te geven, in plaats van zijn besluiten te nemen en de uit werking aan zijn staf over te laten. Dit stelde zijn zonder uitzondering toegewijde stafofficieren dikwijls voor voldongen feiten en belemmerde daardoor hun zelf standig denken. Ook het goed doen functionneren van een grote staf in de oorlog moesten wij nog leren. Er werd gedurende geruime tijd niets over de uitvoering van de bevelen van de C.V. vernomen. Vermoedelijk zijn wel berichten ontvangen, die wezen op meerdere activiteit van de vijand voor II Div., doch met zekerheid valt dit niet meer na te gaan. Intussen was aan C.-II L.K. eerst uit een bericht van C.-II Div. de volle omvang van het door de C.V. bevolene gebleken en had hij de overtuiging gekregen, dat het ingrijpen van de C.V. in de zijnerzijds en vanwege C.-IV Div. reeds getroffen maatregelen tot verwarring aanleiding gaf. Te ongeveer 17.15 belde hij de C.V. op en, hoewel de juiste inhoud van het besprokene niet geheel meer vaststaat, kwam de inhoud hierop neer, dat hij de bevelen van de C.V. gedeeltelijk had geannuleerd in elk geval wat betreft het subordineren van C.-IV Div. en C.-Brig. B aan C.-II Div.hij had, juist andersom, C.-IV Div. het bevel gegeven over alle troepen, die in zijn vak optraden. 67 Deze zonderlinge wijze van uitdrukken typeert enigszins deze legerkorpscommandant.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 91