Als gevolg van een en ander werd 1-1 R.H. naar Zeist gezonden terwijl 2-1 R.H. te Haarzuilen ter beschikking moest blijven. 4-2 E.Paw. werd op verzoek van de C.V. uit 's Gravenhage naar Utrecht ge zonden. In de loop van de namiddag kwam van C.-Groep Merwede een bericht binnen, dat te Geertruidenberg Duitse pantserwagens en een 10-tal auto's waren geweest, die in de richting Oosterhout waren verdwenen. C.-III L.K. had intussen bevel ontvangen, een bataljon op rijwielen ter be schikking van C.-Brig. A te stellen, ter vervanging van het naar II L.K. te zenden bataljon. Van IV L.K. kwamen tussen 18.45 en 20.00 berichten binnen omtrent bezetting van Barneveld door de Duitsers, vuur op de voorposten bij VIII Div. en omtrent een ernstig gevecht bij Achterveld tussen een eskadron van 1 R.H. en de vijand, waarbij aan beide zijden zware verliezen waren geleden. Een eskadron van 1 R.H. zou nog bij Nijkerk vechten, de rest was teruggetrokken. C.-Oostfront-Vg.Holland meldde te 20.00, dat op en boven het IJsselmeer bij Huizen waarschijnlijk schepen en vliegtuigen waren, terwijl een ander bericht melding maakte van een Duits schip bij fort Pampus. Een en ander is aanleiding geweest, C.-IV L.K. in te lichten en maatregelen voor vleugelbeveiliging te bevelen. Nadat te 17.35 een bericht van de O.L.Z. was binnengekomen, dat de 4e inundatie-periode kon worden gesteld, verzocht de C.V. te 20.20 aan C.-Vg. Holland, onder verwijzing naar dat bevel van de O.L.Z.de inundatiën op het Oostfront-Vg.Holland te stellen, Z. van de Lek tot de 3e periode, N. van de Lek tot de 4e periode (d.w.z. voorlopig inundatiepeil). De inlichtingsofficier heeft de C.V. uit Doorn opgebeld en zijn bevindingen medegedeeld. Deze hielden in, dat C.-II L.K. de toestand wat gunstiger inzag, dat de vijand tot staan was gebracht en dat er aan de spoorlijn bij Rhenen nog een lijn van weerstand was, waarvan de C.V. had gemeend, dat deze door het wegzenden van reserves naar Zuid-Holland niet meer was bezet. Later belde de inlichtingsofficier uit de cp. van C.-Brig. B te Amerongen op en deelde een juist ontvangen bericht mede, dat C.-II-8 R.I. op de Grebbeberg was gesneuveld, dat er bij zijn bataljon een paniekstemming was en dat het bataljon uit zijn stellingen terugvloeide, waardoor de toestand slechter was geworden. Voorts deelde hij mede, dat er te Amerongen voor hem geen emplooi was en dat hij zou doorgaan naar de cp. van C.-IV Div. bij Rhenen. Hem werd in code medegedeeld, dat de volgende morgen te 3.45 een sterke Engelse luchtaanval op Wageningen zou plaats hebben 1). 69 x) De mededeling had plaats in de Maleise taal (om meeluisteren te voorkomen) door It. kol. Nierstrasz aan ritm. Steenhouwer. De C.V. had op deze luchtaanval aangedrongen, doch de ondervinding had reeds geleerd, dat men op toezeggingen als deze niet te veel moest rekenen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 93