Ten behoeve van IV L.K. verrichtte te 7.10 een toestel een verkenning van
Apeldoorn en eventuele brugslag over de IJssel. Te Apeldoorn werd geen vijand
waargenomen en evenmin op de weg Apeldoorn-Amersfoort; Elburg en Harder
wijk waren vrij van vijand. Te Deventer was de boogbrug intact (een onjuiste
melding) en te Zwolle waren beide bruggen vernield.
Nadat de C.V. in de vroege morgen van C.-Luchtverdediging had vernomen,
dat niet op geallieerde vliegtuigen kon worden gerekend, had hij te 9.55 door
C.-2 Lv.R. de mogelijkheid doen nagaan, de Duitse troepen tegenover de Grebbe-
berg aan te vallen met scherfbommen, uit te voeren door I Verk. Gr. Deze Groep
bleek twee toestellen met mijnbommen en twee toestellen met scherfbommen te
kunnen uitbrengen. Aangezien geen bescherming kon worden verleend en het
beschermend wolkendek was verdwenen, was te 14.30 hiervan afgezien.
Te 15.40 nam de O.L.Z. alle luchtstrijdkrachten in eigen hand.
Te 16.05 gaf de C.V. opdracht aan C.-2 Lv.R., alle beschikbare luchtstrijd
krachten in te zetten op de westrand van Wageningen, daar de vijand in de hws.
was doorgedrongen.
I Verk. Gr. had echter opdrachten uit te voeren in de Stelling Den Helder, doch
de O.L.Z. trok die in en verstrekte opdracht, de westrand van Wageningen te
bombarderen met al het beschikbare materieel.
Als gevolg daarvan startten 5 toestellen, beschermd door 3 jachtvliegtuigen, te
ongeveer 17.00.
Een toestel ontdekte een batterij ten W. van Wageningen, werd bij het aan
vliegen getroffen, doch in duikvlucht werden 4 bommen geworpen. Het toestel
noodlande daarna in de Betuwe achter de eigen linies. Twee toestellen keerden
terug, zonder doelen te hebben ontdekt. Een vierde toestel heeft bommen afge
worpen en het vijfde toestel heeft de kunstweg Rhenen-Wageningen bevuurd.
De 4 toestellen en 3 jachtvliegtuigen landden te Soesterberg.
Van III-2 Lv.R. waren de beschikbare bemanningen zo uitgeput, dat zij feitelijk
voor inzet niet geschikt waren.
Nadat een beroep op hen was gedaan, stelden zich echter voldoende vrijwilligers
ter beschikking, om de bruikbare toestellen te bemannen.
Te 18.30 startten drie toestellen zonder bescherming, met opdracht, de vijande
lijke troepen in de westrand van Wageningen te verkennen, te bombarderen en te
mitrailleren.
Twee toestellen werden door vijandelijk mitrailleurvuur naar omlaag gedwongen,
waarbij een sergeant-vlieger sneuvelde, een sergeant-vlieger en een sergeant
waarnemer zwaar werden gewond en de beide vliegtuigen verloren gingen.
Het derde toestel kwam vol kogelgaten binnen en de waarnemer meldde, dat
de westrand van Wageningen zwaar bezet was met vijandelijke troepen en dat
bombarderen en mitrailleren niet mogelijk was geweest, doordat de Duitsers met
tientallen vliegtuigen aanvielen.
Te 21.00 gaf de O.L.Z., op verzoek van de C.V., opdracht, dat op 13 Mei alle
beschikbare luchtstrijdkrachten op een zodanig uur moesten starten, dat zij te
3.40 boven Wageningen konden zijn, voorzien van scherf-, c.q. mijnbommen.
71