VOORWOORD In dit Deel van de beschrijving van de krijgsverrichtingen van 10-15 Mei 1940 worden behandeld de operatiën, welke plaats hadden in het ressort van de Com mandant van het Veldleger (C.V.), met dien verstande, dat de verdediging van het Maas-Waalkanaal, de Over-Betuwe en de IJssel met het voorliggende gebied afzonderlijke behandeling vonden in Deel 2, De krijgsverrichtingen in de buitenprovinciën, en dat het optreden van de luchtstrijdkrachten en de on derdelen van de Luchtverdedigingskring Utrecht-Soesterberg uitvoerige behan deling vinden in Deel 7, De Luchtverdediging, en hier dus slechts in hoofdzaken wordt beschreven. Het boekwerk bevat de verplaatsing van III L.K. en Lt.Div. uit Noord- Brabant, het optreden van de lichte troepen vóór de stellingen, de bezetting van de Maas-Waalstelling door Brigade B, de verplaatsing van deze brigade en haar lotgevallen als reserve van het Veldleger, de verdediging van de Valleistelling (Grebbelinie), de Betuwestelling (linie Ochten-De Spees), de Waal-Lingestelling, het Oostfront-Vg.Holland, dat op 10 Mei onder bevel van de C.V. trad, de hoofd zaken omtrent de luchtstrijdkrachten en de Luchtverdedigingskring Utrecht- Soesterberg, alsmede de terugtocht van het Veldleger op het Oostfront op 13 Mei, die op 14 Mei gevolgd werd door de capitulatie. In dit boekwerk worden onder Veldleger verstaan alle op 10 Mei onder de C.V. ressorterende troepen (inbegrepen het Oostfront-Vg.Holland), waarbij er de aan dacht op wordt gevestigd, dat de organieke samenstelling van het Veldleger volgens het in 1940 van kracht zijnde boekwerk Oorlogsorganisatiën een andere was en dat de C.V. tot 10 Mei de troepen in Noord-Brabant en Noord-Limburg onder zijn bevel had, doch dat na het terugnemen van III L.K. en Lt.Div. zijn be moeienis met dat gebied ophield en de daarna aldaar het bevel voerende T.B.N.Br. (C.-Peel Div.) rechtstreeks onder bevel van de O.L.Z. kwam. De opdracht, die het Veldleger op 10 Mei 1940 had uit te voeren, was na het optreden van de tweede O.L.Z. door deze eerst 30 Maart 1940 gegeven; vorige opdrachten worden echter vermeld, waar dit tot goed begrip van de ontwikkeling der verdedigingsmaatregelen nodig is. Na de capitulatie in 1940 heeft het voorm. hoofd van Sectie I (generale staf) van het Hoofdkwartier van het Veldleger (H.K.V.), de toenmalige luitenant-kolonel van de generale staf V. E. Nierstrasz, bij het toenmalige Krijgsgeschiedkundig Instituut een aantal monografieën vervaardigd, betrekking hebbende op de stelling- bouw in de mobilisatieperiode, op de evolutie in de achtereenvolgende opdrachten, de uitgevoerde operatiën van het veldleger enz. Het betrof hier hoofdzakelijk de reconstructie van verschillende belangrijke zaken, waarvan de documenten op 14 Mei op last van de O.L.Z. waren vernietigd. Een voorlopig werkstuk, in grote trekken de strijd op de Grebbeberg weer gevende, werd als basis voor de gedetailleerde beschrijving vervaardigd. V

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 9