door met het meest rechtse gedeelte van de attaques te 'incommo- deren'. De geest der bezetting was uitstekend. In de drie voor naamste hoeken van de bedekte weg waren mijnen aangelegd en gereed om ontstoken te worden. Alles te zamen genomen ver trouwde men de verdediging nog tot tussen de i ge en 2oe te kunnen volhouden Intussen waren in het geallieerde kamp de ^e de zes regimenten aangekomen, welke Athlone 28 Mei had afgezonden en die de ie de kannonade bij Xanthen hadden meegemaakt. Zij kwamen goed van pas voor de bestorming, die binnen enkele dagen zou geschieden. Het is niet duidelijk, welke dringende redenen de bondgenoten hadden om tot deze krachttoer, waarvan te voorzien was, dat zij veel verliezen zou kosten, over te gaan. Hop althans schreef, toen hij het besluit aan Heinsius meedeelde: 'Godt geve een goet succes. Maar 't sal apparent wat veel volk kosten, omdat de defensiën van de stadt noch niet alle sijn geruineert'. Lapara, de hoofdingenieur binnen Keizersweert, berekende de tijd, nodig voor het innemen met de sappe van de drie uitspringende hoeken van de bedekte weg, op drie dageneen geringe tijdwinst dus voor de te verwachten zware offers. Inderdaad is de bestorming van 9 Juni een van de bloedigste drama's geworden uit de gehele oorlog. Sedert g uur des namiddags toen de loopgraven werden bezet, bespeurden de Fransen aan ver schillende tekenen, dat een grote aanval, waarop zij reeds niet meer hadden gerekend, op komst was, zij waren dus volkomen voorbe reid, toen tussen 7 en 8 uur des avonds zes kanon- en evenzoveel mortierschoten het sein tot de storm gaven. Het herkenningsteken der aanvallers was een bosje stro op de hoed; het woord was 'God bewaar ons'een toepasselijke spreuk voor deze gelegenheid. Vijf honderd grenadiers gingen voorop, gevolgd door afdelingen fusiliers. Op deze volgden pioniers tot het opruimen der hindernis sen en het maken der logementen, waarna wederom fusiliers ter ondersteuning gereed stonden. De Fransen plantten de vaandels op de wallen, die met dichte rijen van vastberaden strijders waren be zet. De batterijen aan de overzijde van de Rijn waren gewaarschuwd aan het vuur deel te nemen. De aanval was gericht tegen de bedekte weg vanaf de saillant van het bastion Caspar tot die van het bastion St Suibertus; verder 9 Voor de periode na 31 Mei zij verwezen naar Arch. Nat8 Guerre A 1 i££4, waar men de dagelijkse brieven van Blainville aan Boufflers of Tallard kan aantreffen; voorts een plan van de toestand op 4 Juni met doorsneden van de twee bressen; de interessante rapporten van de ingenieur Verpel van 3, 4 en g Juni met schetsen; idem van de ingenieurs Puy-Vauban (7 Juni) en de Lapara van 7/8 Juni en 9 Juni 6 uur des morgens. 91

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 113