speciale conferentie te Emmerik gehouden tussen Geldermalsen,
Van Heukelom, de commandant der troepen in Nijmegen en Von
Heyden. De bovengenoemde verkenning had de 14e plaats; zij
werd echter voorlopig niet gevolgd door de Maasovergang. Wel
werd de i^e het leger Zuidwaarts verplaatst, met de rechtervleugel
bij Heumen, de linker bij Wijchen; de bruggen werden nu ver
plaatst naar Overasselt, op de Zuidoever althans enige veldverster-
kingen opgeworpen en daarbinnen 1 eskadrons cavalerie gelegerd
'waerop wij sullen sien', had Athlone reeds de 14e geschreven,
'wat contenance de vijand sal houden, die wij door deesen marsch
een uur naderen en waarmeede wij egter te gelijk nog alles blijven
dekken'. Uit deze bewoordingen valt wel af te leiden, dat een
onstuimig offensief de eerste dagen nog niet in de bedoeling lag.
Integendeel, uit Marlboroughs brief aan Godolphin (Ducken-
burg 13 Juli) blijkt dat het plan nog steeds is, zodra de belegerings
artillerie zou zijn aangekomen, Rijnberk te gaan belegeren, terwijl
volgens de zelfde brief het doel van de bruggen over de Maas is, de
Fransen enigermate in alarm te houden en over de Maas te kunnen
fourageren ('and hinder us from eating up that part of the country
which must be our subsistance during the siege'). Vandaar ook dat
de 18, 19e en 2oe grote fourageringen plaats hadden op de Zuidelijke
Maasoever, onder dekking van i^oo man infanterie en £00 ruiters,
telkens onder een generaal-majoor. De 20e bevond Geldermalsen
zich in Den Haag teneinde de preparaties voor het beleg van Rijn
berk te verhaasten x).
Wat de artillerie aangaat, waren de vooruitzichten bepaald
somber. Op genoemde datum besloten de Staten, Athlone kennis
te geven dat met het inladen en verschepen van de zware artillerie
nog wel 14 dagen zouden gemoeid zijn. Daarna was men bij het
stroomopwaarts brengen nog afhankelijk van weer en wind, zodat,
eer het geschut te Nijmegen was, wel 3^4 weken zouden verlopen.
Daarom moest hij met Marlborough overleggen wat intussen
gedaan kon worden en of niet een detachement over de Maas kon
worden gedaan om te 'menageeren'. Waarschijnlijk heeft eerst dit
bericht de stoot gegeven tot de uiteindelijke opmars in Brabant.
Marlborough had zich reeds lang geërgerd aan het lange ge
treuzel. De 13e had hij al aan Godolphin geschreven: 'I ashamed
to write from this camp (Duckenburg), for we ought to have
marched from hence three or four days ago'herhaaldelijk be-
Athlone aan St.Gl, hoofdkwartier te Neerbosch 13, 14 Juli; id. leger te Wychen 16, 20 Juli;
Marlborough aan Godolphin, Duckenburg, 13 Juli; id. aan de graaf van Frise 14 Juli; Bulletins bij
Murray, 17 en 20 Juli; Cardonnel aan Blathwayt 17 Juli 1702 (ib.).
I 20