Het was omstreeks de middag dat de beide partijen zich in slag orde stelden; om twee uur ongeveer begon op de linkervleugel der geallieerden een hevige kanonnade, die, naar mate de artillerie aan weerszijden in stelling kwam, zich over het gehele front uitbreidde, en tot het invallen van de duisternis aanhield. Zij veroorzaakte, be halve een groot verbruik van munitie, aan weerskanten een paar honderd doden en gewonden. Toen het kanonneren enkele uren geduurd had, beval Marl- bourough aan Obdam, die de cavalerie van de rechtervleugel commandeerde, een aanval te doen op de Franse linkervleugel, waar enige verwarring was waargenomen. In het verslag, dat Marl borough de 26e aan de Staten zond, deelt hij mede dat deze aanval niet tot uitvoering kwam wegens terreinmoeilijkheden en het in vallen van de duisternis. Doch in een brief aan zijn vriend Godol- phin beklaagt hij zich dat Obdam niet met de nodige voortvarend heid was opgerukt, en dat anders een gemakkelijke overwinning zou zijn behaald. Maar, zo vervolgt hij, 'I have thought it much for her majesty's service to take no notice of it, as you can see by my letter to the States. But my lord Rivers and almost all the officers of the right were with me when I sent the orders, so that notwith standing the care I take to hinder it, they do talk. Marlborough's secretaris Cardonnel bericht het zelfde aan de secretaris Blathwayt, en voegt er aan toe'for what the letter (d.i. het verslag aan de Staten) mentions of the marais and disadvan tage of the ground, is rather to cover the omission of not advancing so soon as they were ordered than anything else. The enemy were so harassed and famished, both men and horses, for want of provision, that it would have been impossible for them to have made any toler able resistance' 1). In ieder geval hebben de geallieerden hier een goede kans laten verloren gaan. Aangenomen dat het traag oprukken van Obdam hieraan debet geweest is, dan is dit toch een zaak, die men zich bij een krachtige bevelvoering moeilijk kan voorstellen. Ook dient opgemerkt dat het voorwaarts gaan van de 1 o 000 man van Obdam alleen betekenis kon hebben als inleiding tot een algemene aanval, waarvoor de orders dan eveneens gegeven hadden moeten zijn, en hiervan blijkt niets. Ook bezitten wij geen enkele aanwijzing dat zich bij deze gelegenheid enig meningsverschil tussen de rechter- en linkervleugel d.i. tussen Marlborough en Athlone heeft voor- Marlborough aan St.Gl, Kamp van Helchteren 26 Augustus (bij Murray p, 24)id. aan Godolphin, 27 Augustus (Coxe I, p. 180); Cardonnel aan Blathwayt 27 Augustus (Murray p. 26). Athlone aan Fagel 24 Augustus 1702. (Archief Amerongen I nr 359). Van de aan Obdam gegeven opdracht gewaagt Athlone niet. 137

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 163