gedaan. Ook de 24e gingen de geallieerden niet tot de aanval over,
en voor het werkeloos blijven op deze dag ontbreekt een zondebok1).
'De notre coté' schrijft Marlborough, 'la journée fut employee a
nous poster de manière de pouvoir attaquer l'ennemi avec le plus
d'avantage', hetgeen zeggen wil, dat er eigenlijk niets werd gedaan.
Hij zou een plan van aanval hebben voorgesteld voor de 2^e, de dag
van St Louis, dat door Athlone en de andere generaals met geest
drift ('beaucoup de joie et de satisfaction') was ontvangen; de brie
ven van Athlone van 24 en 2£ Augustus duiden er d.e.t. op, dat
men eigenlijk niet verder gekomen is dan delibereren en het maken
van beschikkingen voor een eventuele aanval 2).
Bij deze stand van zaken berichtte een spion des nachts 1 2 uur,
dat de vijand bezig was, af te trekken. Deserteurs bevestigden het
bericht. Patrouilles, welke thans werden uitgezonden, vonden de
voorposten verlaten. Des morgens bevond men dat de vijand Hech-
tel reeds was gepasseerd, en in aftocht was naar Moll en Balen, in de
linkerflank gedekt door de boven-Geete. Marlborough en Ath
lone zetten elk met 20 eskadrons de vervolging in, doch alleen de
brigadier Wood raakte met enkele zijner eskadrons slaags met een
deel der Franse achterhoede-cavalerieoverigens vervolgde het te
rugtrekkende leger ongehinderd zijn weg. Weinig roemrijk was
deze nachtelijke terugtocht met stille trom ('a la sourdine') van
het koninklijke leger, nog wel onder bevel van 's konings kleinzoon,
maar met het défilé van Hechtel in de rug en gezien de toestand
van het leger, kan men Boufflers, die al twee bange (Jagen op de hei
had doorgebracht, niet ten kwade duiden dat hij aldus handelde.
Voor Boufflers een opluchting, werd zijn ontsnappen uit deze
pijnlijke situatie bij de geallieerden als een blamage gevoeld. Joost
van Keppel, die de tweede linie der cavalerie op de linker vleugel
commandeerde, schreef aan Heinsius:'. Je n'auray pas l'hon-
neur, Monsieur, de vous rendre compte de la manière dont on a
laissé échapper les ennemis, convaincu comme je le suis que vous
en aurez plusieurs relations, mais peutêtre aucune de fidelles'.
Twee dagen later geeft hij zijn ergernis nog eens lucht, met de
woorden: 'je n'espère plus rien, adieu monsieur, la pensee me tue,
je ne saurois parler de ce sujet' 3). Doch wie de schuldigen aan het
x) Engelse schrijvers hebben opgedist, dat Marlborough deze dag gezwicht zou zijn voor de tegen
werpingen van 'de gedeputeerden'. Geldermalsen was nog steeds de enige gedeputeerde bij het
veldleger, en die vertoefde toentertijd te Grave.
2) Athlone aan St.Gl, kamp te Helchteren, 24 en 25 Augustus 1702; Bulletins van 24 en 2 7 Augustus
bij Murray, p. 23, 23; Geldermalsen aan St.Gl, Grave 23 Augustus.
3) Constant de Rebecque aan Heinsius, Maastricht 28 Augustus 1702 Albemarle aan id, Maastricht
30 Augustus 1702.
138