verzuim zijn verzwijgt hij. Zeker is, dat het bij de troepen niet aan offensieve geest haperde. Enkele dagen na zijn aankomst, op 6 Au gustus, in het kamp schreef hij, dat de troepen zeer goed waren en verlangden naar actie. Ook Marlborough was overtuigd van de goede geest van de troepen. Begin September schrijft hij aan Go- dolphin en zegt, waar hij de kansen van een slag bespreekt, dat het leger weliswaar belangrijk minder sterk is dan bij Helchteren: 'However our men were in so good heart that I dare say we shall beat them'. In hun kamp bij Balen aangekomen, vonden de Fransen weer drinkwater en fourage, waaraan zij de laatste dagen groot gebrek hadden gehad; een convooi uit Lier voorzag voorlopig weer in de behoefte aan brood. Na een rustdag op de 26e naderden zij de 27e wederom het vijandelijk leger, en betrokken een kamp bij Beverloo en Beringen, dicht bij de linker vleugel der geallieerden, die nog in hun stelling bij Helchteren stonden, met een beek tussen beiden. De 29e verplaatste het geallieerde leger zich naar een nieuwe positie tussen Asch en Genck, waar, wegens de kortere afstand tot Maastricht, de verplegingstoestand gunstiger was. De legers lagen nu i£ km van elkaar, gescheiden door de Donderslagse Heide. In deze stellingen bleven zij tot 13 September1). De geallieerden dekten hier indirect het insluitingsleger voor Venlo, waarmee de verbinding beveiligd werd door kleine deta chementen in Weert, Bree en Maaseyck. De 30e Augustus trok de erfprins van Hessen met enige troepen naar het kasteel van Sto- ckem, dat op 3 September door artillerievuur tot overgave werd ge bracht. De bezetting, 178 man, bleef gevangen. Op het kasteel wer den 6 lichte kanonnen gevonden, waarvan het kleinste ten geschenke werd gegeven aan de kapiteit Cock, die de artillerie gecomman deerd had. Gouverneur van het stadje werd TrognÈe, een Luike naar en trouw bondgenoot der geallieerden. Het kasteel, dat uit gebrand was, heeft men laten springen, waarbij als bijzonderheid valt te vermelden, dat dit eerst de 2^e kon geschieden, omdat men wel 14 dagen in de bijzonder dikke muren had moeten mineren. Dank zij de inneming van Stockum kon men thans ook op de rechter Maasoever fourageren, waartoe tussen Maeseyck en Sto ckum een brug werd geslagen. Hoe langer immers het leger ter plaatse bleef, op hoe groter afstand gefourageerd moest worden. Merkwaardig is, dat de verpleging van uit Maastricht, op slechts 20 km afstand, nog moeilijkheden opleverde wegens gebrek aan x) Bulletin 31 Augustus (Murray p. 27). 139

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 165