Ijlings vertrok Geldermalsen van Nijmegen naar Arnhem, waar
juist de Gelderse Staten vergaderden. Met grote moeite kreeg hij
gedaan, dat 2 regimenten infanterie op mars konden gaan. De Gel
dersen hadden de door de Staten-Generaal gemaakte beschikkingen
geheel gewijzigd, doch beloofden, hiervan naar Den Haag bericht
te zenden. 'De bangigheid van sommige regenten hetzij voor het
gemeen of om niet te verliezen haar particulier credit, heeft niet
toegelaten, dat men in deze resolutie enige verandering soude bren
gen', aldus berichtte Geldermalsen de volgende dag uit Grave.
Doch juist onder het schrijven van deze regels ontving hij brieven
uit Den Haag met verontrustend nieuws uit Vlaanderen. Hier was
de 27e een onverwachte aanval op Hulst losgekomen, en de Fransen
hadden zelfs reeds een paar naburige schansen veroverd. Aanstonds
werd met Coehoorn, meer dan iemand met de toestand in Vlaan
deren op de hoogte, in overleg getreden, welke maatregelen de
nieuwe complicatie vereiste. Natuurlijk zou men wederom op
tegenstand van de zijde der Gelderse Staten stuiten. Maar intussen
waren ook de nieuwbenoemde gedeputeerden te velde in Grave
aangekomen, zodat het college thans uit vier man bestond, n.l. de
heren van Randwijk, van Rechteren, van Rossum en van Gel
dermalsen. Eerstgenoemde, zelf Geldersman, en die wij reeds als
burggraaf van Nijmegen leerden kennen, schreef nu uit aller naam
in krachtige termen aan de Gelderse Staten om de regimenten
Losecaat en ten Ham waarover de twist in hoofdzaak ging, naar
Vlaanderen te laten vertrekken. Het eerstgenoemde weigerden de
Staten vrij te geven, zodat tenslotte vier regimenten naar Vlaanderen
werden geëmbarkeerd, n.l. dat van Lislemarais, dat al op weg naar
Venlo was, ten Ham, van Welderen en Slangenburg, beide
laatste op bijzondere aandrang van Coehoorn. Toen zij in Bergen
op Zoom aankwamen was het gevaar geweken. Slechts twee regi
menten uit Gelderland gingen naar Venlo.
Geldermalsen had, toen hij de 30e in Arnhem was, ook aan
de Gelderse Staten gevraagd om 2000 pioniers te willen verschaffen
ten behoeve van het beleg. Het was echter wat laat geworden, dus
beloofden de Staten de volgende dag op het verzoek te zullen resol
veren. Veel hoop gaf men hem echter niet. Het is ons dan ook niet
gebleken, dat van de zaak iets gekomen is, zodat men de pioniers
uit de omliggende dorpen zal hebben betrokken 1).
Alvorens het beleg van Venlo te beschrijven willen wij echter
zien wat zich intussen in Vlaanderen had afgespeeld.
Geldermalsen aan St.Gl, Nijmegen 29, Grave 30 Augustus; Seer. Res. St.Gl 30, 31 Augustus,
1 September 1702. Ged. te velde aan St.Gl, Grave 31 Augustus.
143