Nassau vroeg alvast aan de Staten-Generaal wie zij voor het gouver
neurschap dachten aan te wijzen, aangezien hij ondershands gehoord
had, dat de Pruisen aanspraak op de stad maakten. De gedeputeer
den te velde schreven eveneens naar Den Haag, en rieden aan,
Fagel voor die post te bestemmen.
Aan de Oostkant van de Maas was tot nog toe niet veel van aan
belang voorgevallen, hoewel reeds de i ^e het artillerievuur ook op
de stad was geopend. Het werk aan de nieuw opgeworpen batterijen
werd echter met kracht voortgezet, en in de morgen van de 22e
September waren zij gereed tot vuren. Een eigenaardig voorval ver
haastte de verdere afwikkeling. De 21e was namelijk de tijding bin
nengekomen van de overgaaf van het belangrijke Landau aan de Oos
tenrijkers onder Lodewijk van Baden. Volgens de gewoonte des
tijds werd besloten, ter ere hiervan drie salvo's met het geschut te
doen lossen, terwijl tevens het leger in slagorde werd geschaard.
De belegerden hielden dit laatste voor een voorbereiding tot de
storm, en toen nu de eerste twee salvo's waren losgebrand, begon
nen zij, gedachtig aan de 18e, vóór het derde de chamade te slaan,
naar men zegt zelfs met vier tamboers te gelijk. De onderhandelin
gen vingen aan, in de avond van de 22e, nadat over en weer gijzelaars
waren gezonden, aan onze zijde de brigadier van Welderen.
Het duurde lang eer men het eens kon worden omtrent de voor
waarden der capitulatie; eerst de 24e 's morgens werd zij getekend,
'door verscheijde incidenten', hoewel gedateerd op de 23e. Intussen
had de stad nog een geweldig bombardement te doorstaan, dat grote
schade aan gebouwen en woonhuizen aanrichtte. Zowel Quincy
(111-^6 7) als de kroniek van het klooster Trans Cedron dat deerlijk
werd geteisterd, berichtten dat de 22e wegens mist of slecht weer
niet gevuurd kon worden doch dat dit bombardement in de morgen
van de 23e werd geopend. Deze lezing is alleen dan met de boven
genoemde feiten, welke aan de brieven van de prins v. Nassau
en Geldermalsen ontleend zijn, in overeenstemming te brengen
wanneer de onderhandeling is afgebroken en de vijandelijkheden
zijn hervat. Doch van een zodanige gebeurtenis wordt nergens
melding gemaakt, wat men toch allicht zou mogen verwachten x).
De in 30 artikelen vervatte capitulatie vindt men volledig in de
Mémoires van Lamberty (II2 2 9) en in de Europische Mercurius
(p. 220). De voorwaarden waren voor de Fransen betrekkelijk gun
stig, hoewel de Labadie lang niet in alles zijn zin kreeg. In plaats van,
Ged. te velde aan St.Gl, Loonaken 23 September; Nassau aan id. 24 September; Geldermalsen
aan id. 22 September (St.Gl, 3e lias lopende 1702); Quincy III-5*67Kroniek van Trans Cedron,
door mr P. L. J. M. A. Müller in 'Historia' 1942 (p. 137 vlg.).
l6l