vraagt verlof naar Den Haag voor verandering van lucht; Salisch, Joost van Keppel en Walrad van Nassau Saarbrugge, een ge lijknamige neef (oomzegger) van de veldmaarschalk en gouverneur van Nijmegen, zien wij voor en na verlof vragen naar Aken om aldaar de geneeskrachtige wateren te gebruiken x). Ten gevolge van het ontbreken van een bevorderings- en pen sioenwet vond men in het algemeen vrij veel door ouderdom of lichaamsgebreken ongeschikte officieren. Als zodanig vinden wij o.a. genoemd de luit.-kolonel Vleugels, directeur van de appro- ches, Reinhard, commandeur van Grave, Beinheim, in de zelfde functie te Arnhem. De kolonel de Vassy, die wij reeds als com mandant van Sas van Gent leerden kennen, mankeerde b.v. een arm, wat hem intussen het volgend jaar niet belette, met de degen in de vuist de linies van Stekene te bestormen. Uit een rekest van C. Emmen, commandeur te Bourtange, blijkt dat het garnizoen aldaar bestond uit een compagnie, waarvan alleen de luitenant bij de dienst was, 'sijnde de capitein onbequaem geworden in 's lands dienst en de vaendrich maer één been hebbende en beyde noyt bij de compagnie synde, de compagnie andersints in seer bequaeme manschap bestaen- de' 2). Keren wij na deze korte uitweiding terug naar Zeeuwsch- Vlaanderen. Hier had men, behalve met koorts, ook met geldgebrek te kampen. Nog steeds werd aan de verdedigingswerken gearbeid, o.a. aan een fort bij St Anna en de inundatiewerken van het eiland van Biervliet, doch, evenals wij reeds zagen bij het retranchement van Panderen, weigerden ook hier op zeker ogenblik de aannemers met het werk voort te gaan. Het zelfde had ook plaats in Bergen op Zoom. Hier verlangden de werklieden, dat de aannemers borgen zouden stellen voor betaling. Dit was echter onmogelijk, 'alsoo geen aannemer hier meer crediet kan krijgen'. Intussen bleven de werken half voltooid liggen. Daar er in die tijd geen enkel wettelijk middel bestond om de betrokkenen tot arbeid te verplichten, zat er niet anders op dan het werk stop te zetten totdat, bij tijd en wijle, de Raad van State geld had gezonden 3). Iets dergelijks had zich in het voorjaar te Maastricht voorgedaan, toen, eveneens wegens het achterwege blijven van betaling, de aannemer van fourage het maga zijn eenvoudig gesloten had, totdat de majoor Smits, van oordeel dat men de paarden niet kon laten verhongeren, het had laten open- Over de toestand in Vlaanderen: Harboe aan St.Gl, IJzendijke, 10 September; R.v.St. aan St.Gl ii October (St.Gl 3e lias lopende 1702); Mémoires van Schlippenbach (A.R.A., Archief R.v.St. nr 1896, militaire zaken, portef. nr 1). Schlippenbach, de schrijver der gedenkschriften, was in deze tijd luitenant in het regiment dragonders van zijn vader. 2) Request van 12 Juni, 2e lias lopende St.Gl 1702. 3) Tschamer aan de St.Gl, Bergen op Zoom 11 September, met bijlage. I66

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 192