breken, op last van van Goor. Hoewel een hevig protest bij de Staten-Generaal werd ingediend, blijkt niet dat dit revolutionnair optreden voor de betrokkenen kwade gevolgen gehad heeft. Bij de wederzijdse veldlegers was deze tijd arm aan dramatische gebeurtenissen. Aan Franse zijde had de hertog van Bourgondië reeds de 6e September het leger verlaten. Blijkbaar had de Franse koning in het besef, dat de rol van toeschouwer bij de veroveringen der tegenpartij weinig tot de roem van de toekomstige troon opvolger zou bijdragen, zijn kleinzoon teruggeroepen. Boufflers was tot het inzicht gekomen, dat hij in het kamp te Beringen noch Venlo of Roermond, noch Luik dekte. Hij voorzag dat het oorlogstoneel zich Zuidwaarts zou verplaatsen, en achtte het wenselijk, de vijand althans de weg naar Luik en de Bovenmaas te kunnen versperren, en zijn verbindingen met Bonn en Luxemburg te kunnen bewaren. Ook uit verplegingsoogpunt verdiende de vrucht bare omtrek van Luik de voorkeur boven de schrale hei van Bever- loo en omstreken. De i ie September brak hij om deze redenen zijn leger op en marcheerde over Herck-St Truyen (de weg over Hasselt was te bezwaarlijk wegens het passeren van allerlei beken) naar Tongeren, waar hij de 13e aankwam. De rechtervleugel legerde zich bij Koninxhem aan de Jeker, de linker bij Borgloon of Loozin front lag Tongeren, dat ijverig werd versterkt, en enkele beken dienden, als gewoonlijk tot hindernis 1). Het geallieerde leger antwoordde hierop door zich, eveneens de 13e, meer naar de kant van Maas tricht te verplaatsen, met de rechtervleugel bij Soetendaal, de linker bij Loonaken. De schipbrug, die voor het fourageren over de Maas diende, werd van Stockum naar Elsloo verlegd. Wederom volgde een maand waarin de legers niets deden dan, gelijk de prins van Nassau voorspeld had, 's'entreregarder', en waarin onze generaals het meer met elkander dan met de vijand aan de stok hadden. Joost van Keppel laat zich zeer critisch uit over de geest in de kringen der hogere bevelvoering'on ne songe plus qu'a se chagriner les uns les autres Over Athlone is hij slecht te sprekenalthans wan neer deze het is op wie hij doelt wanneer hij aan Heinsius schrijft nous avons un general que vous cognoissez, qui ne demeure jamais deux heures d'un mesme sentiment, il donne a chacun les plus belles paroles du monde, et soubs main il agit tout a fait con traire'. Voor Dopf d.e.t. had hij waardering, en hij komt er tegen op dat men deze op kleingeestige wijze dwars zit ('on lui fait tous les petits chagrins qu'on peut'). Ook van uit de Raad van State werd Voor de Franse bewegingen: Pelet II-106 vlg. 167

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 193