savoit fort bien, que c'étoit a Mons. de Geldermalsum, Deputé a I'armée de la part du Conseil d'Etat; et lui demandat a son tour, s'il le savoit bien lui a qui il parloit. 'Qui', dit l'autre, 'c'est au Général de l'artillerie a qui je parle'. 'Non' dit Mons. de C. 'c'est a Coehoorn a qui vous parlez, qui peut devenir tous les jours ce que vous êtes, tandis que vous ne pouvez jamais devenir ce que je suis moi!', et s'en retournat tout droit a son quartier, sans plus se vouloir mêler du siège. De zaak maakte 'grand bruit' in het hoofdkwartier, maar door tussenkomst van Marlborough, de andere gedeputeerden, en vooral van Athlone, 'ancien et intime ami' van Coehoorn, werd deze tenslotte bewogen, zijn isolement, dat slechts de Fransen, doch niet aan de algemene zaak ten goede kon komen, te laten varen 1). De uitwerking van het bombardement openbaarde zich al spoedig door het in brand of in de lucht vliegen van een tweetal munitie magazijnen, terwijl ook het werk aan de loopgraven gestadig voort ging. Onder de generaals, die het bevel in de loopgraven voerden vinden wij de 21e de erfprins van Hessen-Kassel, toenmaals luite nant-generaal, later koning van Zweden, de 22e generaal-majoor prins George van Hannover, toekomstig koning van Engeland, nevens de generaal Scholten, die zich later bij Ramillies zou onderscheiden. De 23e October werd het fort stormrijp geacht: de palissaden waren vernield, in de hoofdwal was voldoende bres geschoten (het geen blijkbaar over de kruin van het glacis heeft kunnen geschieden) en het geschut althans grotendeels gedemonteerd. Om kwart voor vier werd het teken tot de storm gegeven, die met grote onver saagdheid werd uitgevoerd, onder een hevig vuur met 72 kanonnen, £0 houwitsers en mortieren en 2 £0 handmortieren. 'II y avoit plaisir' schrijft Athlone, 'de voir notre brave infanterie monter la brèche'. De leiding van de aanval hadden de luitenant-generaals Fagel en Sommerfeld resp. aan de Nederlandse en de Britse attaque, de generaal-majoors Oxenstierna en d'Arville en twee brigadiers (aan Nederlandse zijde Bernstorff). De bestorming had een soort gelijk verloop als die van het fort St Michel. De bedekte weg werd na korte tijd veroverd; hier werd o.a. de gouverneur Violaine ge vangen genomen. Zonder verpozen werd tot de aanval op de hoofd wal overgegaan; tegelijk met de vluchtende verdedigers drongen de aanvallers de citadel binnen. In de hitte van de strijd werd een aantal verdedigers over de kling gejaagd; een deel slaagde er in, te V. Sypesteyn, 'Het leven van Menno Bn. van Coehoorn', p. 37. 186

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 212