ALGEMENE TOESTAND Het tweede jaar van de grote Westeuropese worsteling opende zich onder gunstige vooruitzichten voor de mogendheden der Grote Alliantie. Had de oorlog in de Zuidelijke Nederlanden grote resultaten opgeleverd, ook op de meer verwijderde kampplaatsen hadden de bondgenoten in het afgelopen jaar niet zonder voordeel gestreden. Een groot nadeel voor hen was echter, dat de schatkist van het reeds door vorige oorlogen uitgeputte, economisch achterlijke en slecht bestuurde Oostenrijk in treurige toestand verkeerde. Reeds in het afgelopen jaar hadden de legers hier de gevolgen van onder vonden, in 1703 zou de kwaal zich in verdubbelde mate doen ge voelen. Daarbij kwam dat de onlusten in Hongarije, welke dit jaar onder de leiding van Frans ii Racoczy van Zevenburgen het karak ter van een formele opstand aannamen, Oostenrijk met de gevaren van een tweefrontenoorlog bedreigden. In Beieren had Lodewijk xiv een krachtige bondgenoot gewon nen. In Februari reeds verbeterde de keurvorst zijn positie nog door in een tweede coup de main Neuburg, de hoofdstad van de Boven- Palts, te bezetten. Mocht het de Fransen gelukken, hem in het komende jaar de hand te reiken, dan openden zich hier grote moge lijkheden voor de zaak der Bourbonse monarchieën. Ter zee had de Frans-Spaanse macht in de baai van Vigo een geduchte, zo niet onherstelbare knak gekregen. Nergens was het overwicht der geallieerden duidelijker aan de dag getreden dan op het natte element. De eerste die hieruit zijn conclusies trok was de koning van Portugal. Reeds de 3e Januari kon Schonen berg, onze voormalige gezant in Spanje, thans in Portugal, naar Den Haag berichten dat Pedro ii besloten had, tot de Grote Alliantie toe te treden. De 16e Mei kreeg de toetreding haar beslag en de kans ontstond, het Iberisch schiereiland, meer dan door de mislukte aanval op Cadiz was geschied, in de strijd te betrekken. Een slecht teken voor de zaak der Bourbons was ook, dat Victor Amadeus ii van Savoye aanstalten maakte tot een dier frontveranderingen, welke de regeerders ten Zuiden van de Alpen te allen tijde gemakkelijk afgingen. Het zou echter nog tot HOOFDSTUK I 213

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 239