INLEIDING
DE SPAANSE NALATENSCHAP
Toen de Vrede van Rijswijk in September 1697 de Negenjarige
Oorlog beëindigde, waren reeds nieuwe wolken zichtbaar aan de
staatkundige horizon. De reeds jaren ziekelijke toestand van Karel
11 stelde de vraag naar het lot van het Spaanse rijk in het middelpunt
der belangstelling. Het was geen geringe nalatenschap, waarover
moest worden beslist. Behalve het tegenwoordige Spanje omvatte
zij een groot deel van Italië, n.l. Napels, Sicilië, Milaan en Sardinië;
voorts de Zuidelijke Nederlanden waartoe, tussen Maas en Rijn, het
z.g. Spaans Opper-Gelder met de vestingen Venlo, Roermond,
Stevensweert en Gelder behoorde, ten slotte onmetelijke gebieds
delen in Zuid-, Midden- en Noordamerika en de Philippijnen.
Het ging voornamelijk tussen Lodewijk xiv en Leopold i, die,
beiden met zusters van de Spaanse koning gehuwd, voor hun familie
leden aanspraak op de erfenis maakten. Een zoontje van de keurvorst
van Beieren kwam mede in aanmerking, aangezien zijn aanspraken
het minst gevaarlijk waren voor het behoud van het Europees even
wicht. De Republiek en Groot-Brittannië waren in hoge mate bij de
zaak geïnteresseerd, zowel wegens hun strategische belangen in de
Zuidelijke Nederlanden als met het oog op de handel in de Middel
landse zee en op de Spaanse koloniën. Geen van beide landen zou zich
kunnen neerleggen bij een oplossing, die de Zuidelijke Nederlanden
in de Franse machtssfeer brachtde Republiek reeds niet omdat in dit
geval aanstonds de sluiting der Schelde in het geding zou komen,
afgezien nog van haar barrièrepolitiek, die in duigen zou vallen.
De Negenjarige Oorlog had Frankrijk in uitgeputte toestand
achtergelatenLodewijk xiv begreep, dat het bezit der gehele na
latenschap in het gunstige geval slechts na zware en langdurige
krijg zou zijn te verwezenlijken. Hij liet zich daarom vinden voor
onderhandelingen met zijn grote tegenstander op de Engelse troon,
die op een verdeling van de erfenis aanstuurdehet Europees belang
was hier ongetwijfeld het beste mee gediend.
Aldus kwam reeds in 1698 een geheim verdelingsverdrag tot
stand, waarbij het leeuwendeel der monarchie aan de Beierse keur-
prins werd toegedacht, terwijl de dauphin Napels-Sicilië en 's kei-
3
HOOFDSTUK I