de 18e voor Trarbach, waarin de Fransen nog juist vanuit Thionville enige troepen hebben geworpen. De 2oe begint het bombardement, waartoe slechts over licht geschut - i 2 ponders - beschikt wordt, en dat dan ook betrekkelijk weinig uitwerking schijnt te hebben ge had. Niettemin laat Goor na ongeveer 24 uur schieten de stad be stormen; na een half uur tegenstand dringen de aanvallers binnen. De zes compagnieën sterke bezetting kan zich slechts ten dele in het kasteel terugtrekkeneen aantal Fransen sneuvelt in de 'furie' en een 120-tal wordt gevangen genomen. Aldus wordt het voorval beschreven in de Europische Mercurius 1). Het kasteel bleef weerstand bieden en was met het aanwezige ge schut niet in te nemen. Wel wierp men er enige bommen in, doch die konden slechts het lichtere muurwerk vernielen. Doordat het kasteel afdoende werd ingesloten kon de bezetting weliswaar weinig kwaad stichten, maar dit neemt niet weg dat de op een beheersende hoogte gelegen sterkte het hernemen van de stad zeer zou verge makkelijken. De inneming van Trarbach zonder het kasteel kan dan ook met recht een halve maatregel worden genoemd. Van een expeditie naar Trier was reeds van tevoren afgezien; het bezetten van deze open stad had slechts zin indien men voor nemens was hier ook met sterke krachten stand te houden, hetgeen niet in de bedoeling lag. Reeds in de eerste dagen van Februari ontving Ouwerkerk be richten, volgens welke de Fransen een sterk korps aan de Saar samentrokken. Blijkbaar was een offensieve operatie aan de Moezel op til, wellicht een poging om naar Bonn door te dringen 2). En juist terwijl aan deze kant gevaar dreigde werd van andere zijde een be roep op de geallieerde strijdkrachten gedaan. Half Januari reeds had de keizerlijke gezant, tezamen met die van Johan Willem van de Palts, het dringend verzoek tot de Staten- Generaal gericht, een korps naar de Bovenrijn te zenden tot steun aan prins Louis van Baden 3). De treurige toestand van het keizer lijke leger en de spreekwoordelijke laksheid, waarmee de Duitse rijkscontingenten plachten te worden gemobiliseerd, deden een der gelijke hulpverlening meer dan ooit urgent voorkomen. De Staten verordenden een conferentie te Wezel, waar tussen de voornaamste generaals en vertegenwoordigers der belanghebbende vorsten over de zaak zou worden beraadslaagd. Van Nederlandse zijde waren Over Trarbach: St.Gl 7158, Ouwerkerk a.d. St.Gl, Coblents 28, 31 December 1702; 4, 7, 11, 2g Januari 1703; 20 Februari 1703 met bijlage; Eur. Mere. 127. 2) Ouwerkerk a.d. St.Gl, Keulen 2, 6 Februari 1703. 3) Lamberty II-333. 226

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 252