Creutznach marcheerde. De mars op Trarbach was, naar thans bleek, slechts een demonstratie, die klaarblijkelijk ten doel had de bond genoten van het zenden van versterkingen naar de prins van Baden terug te houden. Intussen was Goor met zijn detachement op i Maart afgemar cheerd naar de Bovenrijn. Het bestond uit de volgende bataljons: Goor, Wilkes en Beinheim (Nederlanders), Sturler (Zwitsers in Staatse dienst), en als subsidietroepen: Janus, later genoemd Hei- debreck, en Seckendorf (Anspach), Schwerin (Mecklenburg), Barbo, Nassau-Weilburg en Benthem (Palts), Schlabrendorf en Varenne (Pruisen), Prins Willem, Du Mont en Schepping (Hessen)De ruiterij werd gevormd door het regiment Luneburgse dragonders van Bothmar. Het zijn deze troepen geweest die aan de veldtochten van dit en van het volgend jaar in Zuid-Duitsland hebben deelgenomen en die ook in de slag bij Hochstadt met roem hebben gestreden. Het detachement werd in twee brigades verdeeld, resp. onder de brigadiers Wilkes en Beinheim. Voorlopig was het bestemd voor de linies van Weissenburg aan de Lauter, vanwaar Goor de 20e zijn eerste bericht zond naar bet vaderland dat hij niet zou terugzien. De keizerlijke troepen trof hij in treurige toestand aande verpleging was slecht, er was gebrek aan wapenen, en zij waren in twee jaar niet gerecruteerd, dus zeer onvoltallig x). Reeds lang waren de berichten uit Duitsland ver van bemoedi gend. De 19e Februari had Villars de keizerlijken in hun kantonne- menten overrompeld en tot een haastige terugtocht gedwongen. Lodewijk van Baden had de Rijn moeten prijs geven en zich op de linies van Stolhofen teruggetrokken. Kehl, van alles wat in een vesting nodig is even slecht voorzien, werd belegerd en viel in de loop van Maart, zodat de Fransen een stevig bruggehoofd aan de Rijn in handen kregen. Het ergste was echter dat de wegen door het Zwarte Woud voor de Fransen openstonden om in Schwaben en Frankenland door te dringen en zich met de Beieren te verenigen, 'd'ou il s'ensuivroit un bouleversement grand des affaires de l'Em- pire et au tres consequences funestes', zoals baron Rhebinder be toogde, die begin Maart in Den Haag verscheen om namens de markgraaf van Baden nogmaals op spoedige hulp aan te dringen. Op een de 2 e Maart gehouden conferentie diende hij een memorandum in, getiteld: 'Mémoire touschant les affaires arrivés au haut Rhin, comment prevenir un malheur plus grand qui menace toute l'Alle- O x) Ouwerkerk a.d. St.Gl, Rheinbach, i, 8 Maart, Keulen 12 Maart. Goor a.d. St.Gl, Winheim 8 Maart; id. Overotterbach bij Weissenburg 20 Maart (St.Gl 71^8). 228

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 254