generaals, brigadiers en brigademajoors aangewezen, die in de beide
legers welke aan de Rijn en aan de Maas zouden worden geformeerd,
het bevel zouden voeren en teven reeds lijsten opgemaakt van de
patenten of marsorders van de verschillende regimenten x).
Een belangrijke rol, niet alleen bij het beleg van Bonn, maar in de
gehele veldtocht, viel ten deel aan de bekende thesaurier-generaal
der Unie, Jacob Hop. De 21e ontving hij van de Staten de opdracht,
naar Düsseldorf te gaan en tezamen met Fagel alle nodige maatrege
len te treffen voor het aanstaande beleg en de vereiste middelen te
verschaffen. Een zijner eerste bemoeiingen betrof de keurvorst van
de Palts. Reeds in het vorig jaar had deze zich aangeboden voor het
opperbevel over het Staatse leger, en thans wenste hij het commando
bij het beleg van Bonn. Doch de Staten, die het bevel aan meer des
kundige handen dachten toe te vertrouwen, verstrekten Hop de last,
de ambities van de keurvorst 'op de wijze die hij de saghste en be-
quaemste sal oordeelen' te 'diverteeren', en daar wij verder niet
meer van het plan horen, zal Hop zich van deze taak op de hem eigen
oordeelkundige wijze hebben gekweten 2).
In het door Hop nagelaten verbaal, een van de belangrijkste
bronnen voor de kennis van deze veldtocht, vinden wij gedagtekend
April, een 'Mémoire au sujet des dispositions sur le Rhin', welke,
in 16 punten vervat, de orders inhoudt voor de mars naar- en de in
sluiting van de vesting 3), en tevens een 'Mémoire de choses ne
cessaires que Monsieur de Coehorn demande pour le siège de
Bonn'Deze memorie bevat de opsomming welke wij reeds in het
vorig hoofdstuk meedeelden, doch nu uitgebreid met 20 000
houwitsergranaten en 30 000 granaten van 16 pond.
De keurvorst van de Palts moest, zo wenste Coehoorn, ver
zocht worden, voor het gieten dezer projectielen zorg te dragen, en
wel 'sans perdre un moment de temps'. Twee tekeningen voor het
maken der gietmodellen waren aan de memorie toegevoegd. Voorts
vinden wij een specificatie van het geschut hetwelk de aartsbisschop
van Trier ten behoeve van het beleg, volgens afspraak, aanbood en
wat geleverd werd door de Palts, Hessen, Keulen en de Staten van
Holland. Keulen stelde een som gelds beschikbaar, naar het schijnt
van go 000 rijksdaalders, met de administratie van welke gelden
Hop belast werd4).
23 S
Seer. Res. St.Gl 30 Maart: 'Rapport van de designatie van generaals, brigadiers en majoors der
brigade voor de aanstaande veldtocht'. Zie bijlage 18.
2) Verbaal van Hop (St.Gl 8216): Extract Res. St.Gl 28 Maart.
3) St.Gl 8216.
4) Zie de memorie bij Lamberty 11-42^; St.Gl 8216: Extract Res. R.v.St. 5 April. De Vryer I,
Bijl. XII.