De 16e April ontving Boufflers opdracht, een leger samen te trekken, doch niet voordat Villeroy, die met hem het commando zou voeren, zou zijn aangekomen, waarna, indien mogelijk, bij wijze van diversie, tot een beleg van de citadel van Luik zou worden overgegaan. Villeroy kwam de 24e te Brussel, doch met een in wezen defen sieve opdracht: .chercher les moyens d'exécuter le projet de la diversion sur Liègemais de ne faire camper les troupes que le plus tard qu'il serait possible; de régler leurs mouvements sur ceux des ennemis, et de n'entreprendre aucune operation importante sans une apparence presque certaine de succes'. Geen directieven alzo, welke geschikt zijn om durf en ondernemingsgeest te stimu leren. Bij de aankomst van Villeroy waren de bewegingen aan geallieer de zijde reeds in een zodanig stadium, dat de Franse maarschalken begrepen, dat met verdere concentratie niet gedraald mocht worden. Het gehele leger werd nu, voorlopig nog in kantonne- menten, samengetrokken. Tevens werden maatregelen genomen om de voor het eventuele beleg van de Luikse citadel benodigde artillerie naar Namen, de noodzakelijke operatiebasis aan deze zijde, over te brengen. Het centrale arsenaal der Fransen was te Douai; van hier werden 80 veldstukken naar het leger gezonden, terwijl de zware artillerie over land naar Maubeuge werd vervoerd om vandaar in twee grote convooien, elk van 20 kanonnen van groot kaliber en 10 mortieren, over de Sambre naar Namen gebracht te worden. Tussen eind April en 4 Mei kwamen de Franse troepen suc cessievelijk in hun kantonnementen. Het hoofdleger, dat uit 60 bataljons en 103 eskadrons bestond, kantonneerde in twee gedeelten: 34 bataljons en £i eskadrons legerden in het rayon Diest-Leuven-Lier26 bataljons en £2 eskadrons in de omtrek van Namen, aan weerszijden van de Maas. Voorts werden, evenals ten vorigen jare, nog drie kleinere korpsen geformeerd, welke in kampen waren ondergebracht: één van 6 bataljons en 4 eskadrons tussen Antwerpen en Lier, één van 6 bataljons en 3 eskadrons in het Land van Waes en één van 7 bataljons en eskadrons, dat bestemd was om het kanaal Oostende-Brugge-Gent te bewaken en vermoedelijk bij Brugge legerde. In vestingen tussen Nieuw- poort en Lier waren 22 bataljons verdeeld, terwijl in andere, van Lier tot Luxemburg en meer achterwaarts ongeveer in de lijn Longwy-Duinkerkennog 60 tot 80 bataljons moeten hebben gelegen. 239

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 265