en een gepalissadeerde, van wapenplaatsen voorziene bedekte weg met glacis. De zwakste plaatsen waren als gewoonlijk de aan de rivier grenzende; hier was dan ook aan de Zuidzijde een nieuw hoornwerk en benedenstrooms een lunet aangelegd. Het omliggende terrein gaf geen bepaalde moeilijkheden; alleen aan de Zuidzijde was een smalle strook ondergelopen land en aan de Westkant hiervan bevond zich een derde buitenwerk. Aan de Rijnkant was de stad slechts door een muur afgesloten. De oude stadswal was als binnen-enceinte bewaard. Een gierbrug gaf toegang tot het tegenoverliggende fort Bour gogne, dat bestond uit een hoofdwal van ouderwetse aanleg met vier bastions, waarbinnen een reduit, een droge gracht met drie rave lijnen en een van palissaden voorziene bedekte weg. Het fort Bourgogne had in de afgelopen winter zwaar door over stroming geleden doch was sindsdien weer voldoende hersteld. Een nadeel was vooral het ontbreken van bomvrije dekking tegen worpvuur. Met name gold dit voor wat de bedekte weg aangaat, om dat reeds in deze tijd het zwaartepunt der verdediging naar de bui tenwerken en de bedekte weg werd verlegd, volgens het bekende gezegde: 'Bedekte weg verloren, alles verloren'. De snelle val der Maasvestingen was aan het zelfde gebrek te wijten geweest en wan neer zich niet, als bij Keizersweert, onvoorziene omstandigheden deden gelden, dan was de kans groot dat het beleg van Bonn geen ander beeld zou vertonen. De verdediging was toevertrouwd aan een hiervoor alleszins bere kend officier, de markies d'Alegre, met een bezetting van 6 Franse, 2 Spaanse, 2 Keulse en nog een Duits bataljon. De sterkte zal niet veel meer dan een 3 joo a 4000 man hebben bedragen. Bij de uittocht telde zij 2100 valide manschappen, terwijl 600 zieken en gewonden in de stad achterblevenhet verlies aan doden tijdens het beleg zal met 300 niet te laag zijn aangeslagen. Bij de capitulatie gingen drie bataljons en 2 vrije compagnieën geheel of grotendeels in dienst der bondgenoten over; hun aantal kunnen wij op een 600 man schatten (de gemiddelde sterkte der uittrekkende bataljons beliep slechts 200 man). De totale bezetting is dus zeker niet boven 4000 man uitgegaan, w.o. 7 eskadrons cavalerie en dragonders x). De artilleriebewapening kennen wij nauwkeurig uit een lijst van de na de overgave gevonden artillerie en munitie. Zij bestond uit 34 metalen stukken van 36 tot 1/2 pond, waarbij 12 van 6- en 9 van 1 pond1 ijzeren stukken van 12 tot 1 pond (een middel- 241 Mémoire de la garnison francaise sortie le 19 May de Bonn', St.Gl 7154.. Voor het beleg zie men ook de bulletins bij Murray, 27 April, 1,4, 8, 11, 16 Mei.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 269