dadelijk ernstig in. Zolang Engeland nog niet op de oorlog was voor bereid kon de Republiek echter niet op eigen hand tegen Frankrijk optreden en was zelfs grote voorzichtigheid geboden. Alleen de keizer sloeg aanstonds een dreigende toon aan, wilde van geen onder handelingen weten en maakte aanstalten om al vast Milaan, als open gevallen rijksleen, in bezit te nemen. Zonder de hulp der Zee mogendheden bestond er echter voor Leopold i niet de minste kans op verwezenlijking van zijn aanspraken. In Spanje waren de leidende kringen - hof, adel en geestelijkheid - in meerderheid op de hand van Anjou, in wie men een waarborg zag tegen de gevreesde verdeling der monarchie. Ook de stadhouder in de Zuidelijke Nederlanden, Maximiliaan Emanuël, keurvorst van Beieren, was voor de Franse belangen gewonnen, evenals die in de nevengebieden in Italië. Zonder bezwaar werd Anjou dan ook in het gehele rijk als koning erkend. Vóór zijn vertrek naar Spanje in December 1700 schonk hij zijn koninklijke grootvader volmacht, in de Zuidelijke Nederlanden alle gewenste militaire- en bestuursmaatregelen te treffen. Omgekeerd bevestigde Lodewijk zijn kleinzoon - in strijd met het testament - in diens erfaanspraken op de Franse troon. Voorlopig had de Franse koning de beste troeven in handen, en hij aarzelde niet, hiervan gebruik te maken. Krachtens de Rijswijkse vrede waren Staatse troepen gelegerd in een aantal barrière-steden in het Zuiden, n.l. Bergen, Ath, Charleroi, Oudenaerde, Nieuw- poort, Namen en Luxemburg. In de nacht nu van op 6 Februari 1701 trokken in 't geheim bijeengebrachte Franse troepen gelijk tijdig de grens over en rukten zonder tegenstand de genoemde vestingen binnen. Vijandelijkheden tegen de Nederlandse troepen hadden niet plaatsintegendeel hadden de Fransen instructie om met dezen om te gaan als 'de bons amis'. Met zoveel zorg was de coup de main voorbereid, dat niets van het plan was uitgelekt en de Staatse bezettingen volledig waren verrast. De leiding van deze operatie was het werk van een van de bekwaamste Franse officieren, de toenmalige brigadier de Puysegur, die te voren de gehele zaak in het geheim te Brussel met de stadhouder had overlegd x). s Het schijnt zonderling, dat het overrompelen van zo belangrijke vestingen zo geheel zonder tegen stand is kunnen geschieden. Men bedenke echter dat er zich, behalve Staatse, ook Spaanse garni zoenen bevonden. Doch ook al was dit niet het geval geweest, zij zouden, van alle verbinding met de Republiek afgesneden en geenszins op een beleg voorbereid, in een oorlog weinig nut hebben opgeleverd. De Prins had dan ook reeds bevel gegeven, de barrièresteden te doen ontruimen, toen de overval plaats had. De generaal-majoor van Heukelom, die zich te Brussel bevond, had dien aangaande de orders ontvangen. Van de keurvorst van Beieren waren de Fransen vrijwel zeker. De 22e Januari nog schreef Boufflers aan de koning: 'si M. de Bavière se conduit bien, comme il y a toute apparence, on ne peut lui marquer trop de confiance, en 1'observant néanmoins de prés'. Dezelfde dag overhandigde Puysegur hem een brief van de koning, waarin deze zijn voornemen te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 27