uur duurde, gelukte het de aanvallers, zich er vast te zetten, hoewel zij nog niet volkomen was vermeesterdzij maakten hun logementen 'naer by de palissaden'. Ongeveer 60 doden en 70 gewonden kostte de bestorming. Deze dag is dus wel verreweg de bloedigste van het beleg geweest. Onder de gesneuvelden was de directeur der appro- ches Hazard, die enige uren na het gevecht aan zijn wonden over leed. Opgemerkt dient te worden dat van de lunet welke zich bui ten de Keulse poort bevond, in 't geheel geen melding gemaakt wordt. Zij schijnt niet verdedigd te zijn. Zowel de uitval als de slechts gedeeltelijk geslaagde bestorming van de 13e mogen als bewijs gelden, dat het moreel der verdedigers op dat tijdstip nog geenszins gebroken was. Niettemin achtte d'Alegre in de namiddag van de 14e, dus na 21/a dag van onafge broken beschieting, de tijd gekomen om de chamade te slaan, hoe wel niet alleen de hoofdwal, maar ook het voorliggende ravelijn en zelfs de bedekte weg nog in Franse handen waren. Het bombarde ment moet dus wel een grote morele uitwerking hebben gehad. Waarschijnlijk vreesde d'Alegre, dat bij een volgende storm de genoemde werken in één aanloop zouden worden genomen, gelijk in deze oorlog al meer dan eens was geschied. Voor de beoordeling van de noodzakelijkheid der capitulatie is de toestand van de bres een punt van belang. Volgens de Europische Mercurius kon men 'met hele regimenten' naar binnen marcherenObdam zegt in zijn bericht aan de Staten slechts 'dat de breche al taemelyck in staet begon te koomen' x). Hoe het zij, van weerszijden werden enige hoofdofficieren als ostagiers gezonden, en Marlborough verlangde, de volgende mor gen vroeg de artikelen te hebben. Deze plachten nl. door de ves tingcommandant te worden opgemaakt en aangeboden, waarna de belegeraar artikelsgewijs accoord ging dan wel wijzigingen voorstel de. De Fransen begonnen alvast met alle buitenwerken te ontrui men. De onderhandelingen hadden veel voeten in de aarde; het hoofd der Franse gijzelaars, de kolonel Calvo, moest herhaaldelijk heen en weer reizen en men heeft op het punt gestaan, de ostagiers terug te roepen en het woord opnieuw aan het kanon te geven. Ten slotte werd echter de i^e 's avonds 11 uur het accoord getroffen. Voor de artikelen der capitulatie zij verwezen naar de Europische Mercurius of Lamberty. De 19e trok de bezetting met volle krijgs eer uit naar Luxemburg; ongeveer 600 zieken en gewonden werden 249 1) Obdam aan St.Gl, 12 Mei (St.Gl 71^8); id. aan R.v.St., 14 Mei, leger voor Bonn, 's nachts 12 uren (R.v.St. 64j); Hop en Obdam aan St.Gl resp. 11 en 14 Mei (St.Gl 4998-3001, liassen lopende 1703).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 277