handen der bondgenoten was gevallen, diende uitgemaakt, wat
met de veroverde stad aan te vangen. De Staten wensten de vesting
werken te slechten en alleen gedurende het slechten twee Staatse
bataljons 'en geen andere', als garnizoen in de stad te laten. Hier
tegen protesteerde het domkapittel van Keulen, dat zijn rechten op
de tot het aartsbisdom behorende vesting wilde doen gelden. Hop
onderhandelde reeds sinds eind April over deze aangelegenheid met
de bisschop van Raab, die de werken in stand wilde houden. Hein-
sius had hier wel oren naar, teneinde een troef in handen te houden
bij latere onderhandelingen over Rijnberk en Gelder. De Staten
vroegen het advies van Slangenburg over de kwestievan deze vin
den wij althans een memorie onder dagtekening van 24 Mei, die
tevens betrekking had op het slechten van de citadel van Luik, waar
men mutatis mutandis voor hetzelfde vraagstuk stond. Slangen
burg verklaarde zich onvoorwaardelijk voor het behoud van Bonn
als vesting, evenals van de citadel van Luik. Ten opzichte van de
laatste verschilde hij van opinie met Marlborough, die de citadel
liever ontmanteld had gezien. Coehoorn was echter reeds ge
ruime tijd bezig, de oude werken te moderniseren en nieuwe aan de
oude toe te voegen. Wat Bonn aangaat verklaarden de Staten zich
tenslotte bereid, het slechten voorlopig na te laten mits alleen twee
van hun bataljons er garnizoen zouden houden H.
Op verzoek van de keurvorst van de Palts was na de overgave
de intendant Charpentier in hechtenis genomen. Hij had nl. in de
de keurvorst toebehorende hertogdommen Berg en Gulik veel meer
contributie geheven als was gecontracteerd, en bovendien de gijze
laars slecht behandeld, zodat enkelen in de gevangenissen van honger
en ellende waren gestorven. Ook een partijganger, een zekere des
Landes, was gearresteerd wegens het wederrechtelijk in beslag
nemen van wagens. Volgens de Fransen was de inhechtenisneming
strijdig met de capitulatievoorwaarden, en evenzo dat de geallieer
den Duitse officieren en soldaten in dienst hadden genomen, die uit
de dienst van de aartsbisschop in die van het domkapittel wilden
overgaan. Van Franse zijde verscheen in verband met deze kwestie
de 24e een 'Relaas', te Namen gedrukt, waarop van die der geallieer
den een zeer bondig Antwoord' volgde. Hoe het met Charpen
tier en des Landes is afgelopen weten wij niet; naar onze moderne
maatstaf waren zij trouwens slechts oorlogsmisdadigers van onbete
kenend formaat 2).
h Secr- Res- St.Gl, 7 Mei; Heinsius aan Hop, i en 19 Mei (St.Gl 8216)Memorie van Slangenburg
betreffende het slechten van de werken van Bonn en van de citadel van Luik, 24 Mei 1703 (ib.).
2) Lamberty II-440, cf. Eur. Mere. 290; Extract Res. R.v.St. 17 Juni (St.Gl 8216).
2t;2