gemakkelijk had kunnen geschieden daar Tongeren, waarvoor men zich trouwens nauwelijks had behoeven op te houden, reeds half vijf des morgens capituleerde. Immers ook al was het vijandelijk leger de ioe in hoofdzaak ge concentreerd, dan nog was het zaak, de geallieerden geen tijd te gunnen, hun positie te versterken. In plaats daarvan gingen vier da gen ongebruikt voorbijhet Franse leger stelde zich eerst in de nacht van 13 op 14 Mei in beweging. Ten gevolge van de duisternis en regen hadden de Fransen veel vertraging. Aan de zijde der geallieerden was men zich blijkbaar niet bewust van een aanzienlijke Franse overmacht; anders zou men waarschijn lijk reeds dadelijk zijn begonnen met de stelling bij Lonaken geducht te versterken. De 13e bemerkte men aan bepaalde tekenen dat de vijand voor nemens was, een aanvallende beweging te beginnen. Eerst nu werd besloten de plaats voor de slagorde uit te zoeken, en de volgende morgen het slagveld 'af te teeckenen', waartoe de kwartiermeesters zich drie uur 's morgens voor het midden van het leger zouden laten vinden. Dit 'aftekenen' zal met vlaggen, baken of piketten zijn ge schied. Omstreeks vijf uur des morgens van de 14e kwamen de eerste Franse ruiters in zicht, en tegelijkertijd brachten kondschappers de zekerheid van de vijandelijke opmars. Half zeven stond het leger der bondgenoten in slagordeeen half uur later verschenen Franse strijd krachten insgelijks in slagorde, op de tegenoverliggende heuvels 2). Van de stellingen vindt men een afbeelding bij Rousset. Die der bondgenoten was ter rechterzijde aangeleund aan de beek, welke langs Lonaken in de Maas uitloopthet terrein voor de linkervleugel werd bestreken door het geschut van Maastricht. Vlak voor de lin kervleugel van de stelling lag het dorp Caberg, waarvan de heggen en tuinen met 4 bataljons waren bezet. Vandaar tot aan de rechter vleugel bevond zich vóór de stelling een ten dele ingezonken weg; het overige werd versterkt door een retranchement, waaraan begon nen werd toen de legers reeds in slagorde stonden: de versterking kan dus niet anders dan zeer vluchtig zijn geweest. Met het graaf werk werden de piekeniers belast. De Fransen marcheerden op in de lijn Duysberg-Veldwezel-Kampveld. Beide stellingen hadden een lengte van pl.min. 4 km. Een nadeel van die der geallieerden was ongetwijfeld dat de enige terugtochtsweg naar het op de uiterste x) 'Relaes van het gepasseerde in het campement bij Maastricht den 14 May 1703' (St.Gl 4998- £001). Volgens dit relaas moeten de Fransen belangrijk vroeger voor de stelling zijn aangekomen dan naar de lezing bij Pelet, p. 33. Voorts over deze actie: Cronström aan St.Gl, Den Haag, 16 Mei, bij Murray, p. 97. 2^7

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 285