Daarentegen voelde men in het leger de actie van de 14e als een
overwinning aan, in ieder geval als een succesvolle dag, ondanks het
feit dat er niet gevochten was, en men meende op zekere blijken van
erkenning van de zijde der Staten aanspraak te mogen maken. Grote
ontevredenheid heerste dan ook, toen na verloop van enige dagen
ieder blijk van waardering uitbleef. Ouwerkeric beklaagde zich
heftig dat de rescriptie, welke de Staten op het door hem ingediende
rapport hadden gezonden, geen spoor van erkentelijkheid bevatte
voor de aan de dag gelegde 'ongelofelijke moeite en ijver'Keppel
schrijft in dezelfde zin aan Heinsius 2).
Zeker zou een betuiging van tevredenheid, zoals Tilly en Ath-
lone tijdens de vorige campagne hadden ontvangen voor hun 'wijse
en voorsichtige conduite' niet misplaatst geweest zijn, hoewel men
anderzijds moeilijk van de Staten kan verlangen dat zij veel werk
zouden maken van een actie waarbij, met alle waardering voor de
houding ter troepen en het beleid der aanvoerders, nu eenmaal
geen schot gelost was.
Zodra de tijding van de verrassing van Tongeren in het leger voor
Bonn was ontvangen had Marlborough, na een met Obdam, Coe-
hoorn en Hop gehouden conferentie, besloten 6 bataljons en 2{
eskadrons naar Maastricht te zenden. Deze vertrokken reeds de 13e.
De 21e volgde de erfprins van Hessen met eveneens 6 bataljons, zo
dat 12 bataljons van het insluitingsleger zich bij de strijdkrachten
van Ouwerkerk aansloten, waarover Marlborough de 19e het
bevel op zich nam 2).
Negentien bataljons werden over Nuys of Keulen te water naar
Bergen op Zoom vervoerd, met uitzondering van een viertal Mun-
sterse, die wegens te kort aan scheepsgelegenheid, via Venlo over
land marcheerden. Eveneens over land begaven zich 20 eskadrons
cavalerie en dragonders naar Bergen op Zoom. Vijf bataljons en
twee bereden regimenten van Pruisen en de Westfaalse Kreits ver
trokken naar de blokkadelinie voor Gelder, 8 eskadrons naar de
Bovenrijn; drie bataljons bleven in Bonn 3).
Met de inneming van Bonn was ook de commissie, welke Hop de
S& April had ontvangen, vervallen. De Raad van State verzocht hem
echter bij Resolutie van 26 Mei, zijn dienst te blijven voortzetten als
gecommiteerde van de Raad en zich van Bonn daarheen te begeven
waar hij oordeelde dat zijn aanwezigheid het meest vereist werd.
3) Ouwerkerk aan St.Gl, Maastricht 20 Mei; Keppel aan Heinsius, 23 Mei (Heins. arch. 831).
2) Marlborough aan Dopf, kamp voor Bonn, 12 Mei 1703 (Murray I, p. 99); Bulletin aid. 21 Mei
(p. 104).
3) Hop a.d. St.Gl 23 Mei (liassen lopende 1703); Extract Res. R.v.St. 26 Mei (St.Gl 8216).
2£9