Op deze wijze, een strategische overval in volle vrede, verzekerde
de Franse koning zich het bezit van een reeks van vestingen, waarvan
de verovering bij het toenmalig tempo der oorlogvoering jaren zou
hebben gekost. Groot was de consternatie in de Republiek, te meer
omdat het aanvankelijk nog de vraag was wat er met de Staatse gar
nizoenen, 22 bataljons, te zamen 8 a 9000 man goede troepen tellen
de, zou gebeuren. De stadhouder Maximiliaan had geen bezwaar
tegen de terugkeer, maar Puysegur maakte enige moeilijkheden,
voorgevende dat hij orders uit Parijs moest afwachten. Hij schijnt
van oordeel te zijn geweest dat men schendingen van het volken
recht niet ten halve moet plegen. FeuquiÈres, in zijn memoires,
is van de zelfde mening. De koning echter begreep, dat het gevangen
houden der troepen met een oorlogsverklaring gelijk zou staan en
wenste tot dit uiterste vooralsnog niet over te gaan. Zij kregen dus
verlof, terug te keren, hetgeen van 18 Februari af successievelijk
geschiedde. Franse officieren trachtten nog soldaten te 'debauchee-
ren' en naar het schijnt niet geheel zonder succes. De onderdelen
kwamen althans vrij sterk gehavend, voornamelijk door desertie,
in het vaderland aan.
Nog in Februari breiden sterke Franse strijdkrachten zich uit tot
de Demer; in April tot de grenzen der Republiek. In deze maand
worden ook de steden van Opper-Gelder bezet.
Reeds kort te voren waren intussen Franse troepen in Milaan en
Mantua binnengetrokken en hadden zij ook hier de strategisch be
langrijkste plaatsen in bezit genomen.
De gevolgen van deze in bezit nemingen waren belangrijk. Aller
eerst bepaalden zij in grote trekken het beloop van de oorlog, in
zoverre zij noodzakelijk impliceerden dat Frankrijk de verdedigende
partij zou zijn, wanneer het althans niet nog verdere veroveringen
wilde maken. Op dit laatste was echter weinig kans, aangezien het
land bij de Rijswijkse vrede reeds in een toestand van economische
en financiële uitputting verkeerde. Door de koppeling aan het reeds
lang noodlijdende Spanje met zijn vele kwetsbare buitengewesten en
uitermate lange kustlijn was de strategische toestand er eerder
slechter dan beter op geworden.
6
kennen gaf, de barrièresteden door zijn troepen te doen bezetten. De keurvorst verleende zijn
volledige medewerking.
Nadere bijzonderheden vindt men in 'Details appuyés de pièces authentiques, sur les evenements
militaires qui se sont passés en Belgique, pendant la guerre de la succession d'Espagne' door de
kapitein der genie E. Lagrange in de 'Revue militaire Beige', T. 2, 1842, p. 64 vlg., alsmede in 'Het
Staatsche Leger', VII-139, 153, en Pelet I-j-22.
Puysegur is de schrijver van het bekende, door zijn zoon uitgegeven werk 'Art de la guerre par
principes et par regies Den Haag 1749, waarin op p. 40 over de overrompeling wordt gesproken.
Voorts Lamberty, 'Mémoires' Dl I p. 374, 378.