Een tweede dergelijke stelling achter de Mincio moest hij ontrui
men nadat zijn linker vleugel bij Peschiera was doorbroken. Het
grondgebied van het neutrale Venetië werd nu verlaten; de Fransen
trokken terug naar het Milanese; Villeroy, die Catinat had ver
vangen, nam stelling achter de OglioEugenius verschanste zich
bij Chiari, waar hij 2 September een hevige Franse aanval afsloeg.
Beide partijen betrokken hierna de winterkwartieren
DE GROTE ALLIANTIE EN HAAR TEGENSTANDERS
Op 7 September 1701 werd in Den Haag het verbond tussen
Groot-Brittannië, de Republiek en de keizer getekend, dat in de
stukken van die tijd, en ook in de geschiedenis, als de Grote Allian
tie wordt bestempeld 2). De geestelijke vader ervan was Willem iii
de ondertekenaars waren Marlborough, Heinsius en de keizer
lijke gezant, graaf Goes. Van der Spiegel noemde de Alliantie in
later jaren: 'Het laatste meesterstuk van den Koning-Stadhouder',
en inderdaad was zij het laatste geduchte bolwerk, dat 's prinsen
staatsmanskunst heeft opgeworpen tegen Franse veroveringszucht.
Een kunstmatig gewrocht kan men haar echter niet noemendaar
voor was zij te veel een logisch gevolg van de gegeven omstandig
heden, en de consolidatie van de voor de hand liggende groepering
der machten.
Het tot stand komen der Grote Alliantie had veel voeten in de
aarde, en de inhoud van het alliantietractaat draagt hiervan de duide
lijke sporen. De zeemogendheden waren niet zonder meer bereid,
zich bij de vergaande eisen van de keizer, die op de onverdeelde na
latenschap aanspraak maakte, aan te. sluiten. Zij verklaarden zich
slechts bereid tot het gewapenderhand in bezit nemen van de Spaanse
Nederlanden en van Milaan; vervolgens lieten zij zich bewegen,
hieraan Napels en Sicilië toe te voegen. Voorts verlangden zij het
behoud van de door hen in de Spaanse koloniën te maken veroverin
gen de keizer maakte hiertegen bezwaar met het oog op de be
langen der katholieke kerk in deze gewesten. Het tractaat, dat ten
8
HOOFDSTUK II
'Het Staatsche Leger' VII-162, 163.
2) Over de voorafgegane onderhandelingen: Lamberty I-619: de tekst aid. p. 620 vlg.