af; hij legerde die dag langs de Jeker, Z.W. van Tongeren. De volgende dag zetten de geallieerden hun mars voort naar Freeren- Waremme, ongeveer halverwege tussen Tongeren en Luik. De Fransen volgden de beweging aan de overzijde van de Jeker, tot aan Waremme of Borgworm; hun hoofdkwartier kwam die dag te Opheers. Een detachement onder T'serclaes van 6 bataljons en 11 eskadrons trok naar Leeuw aan de Geete. Twee bataljons ver nielden zoveel de beschikbare tijd toeliet de poorten en wallen van Tongeren en sloten zich vervolgens bij het leger aan x). De eerstvolgende vijf dagen bleven beide legers onbewegelijk in de respectieve kampen. Aan geallieerde zijde werd echter de grote bagage naar Maastricht teruggezonden, wat voor de Fransen als een teken gold, dat een slag in de naaste toekomst niet was uitgesloten. De 30e gaat het geallieerde leger tot een demonstratie over: het marcheert in 's vijands richting en betrekt een kamp tussen Thijs en Lamine, op een half uur afstand van dat des vijands. Een tijd lang staan de legers tegenover elkaar in slagorde, met de Jeker tussen beiden; dan marcheren de Fransen in Z.W. richting af naar Cours- warem en Montenaken, na alle bruggen over de Jeker te hebben afgebroken. Tien dagen blijven beide partijen elkaar observeren, zonder dat een van beide er blijkbaar voor voelt, een slag te 'ris- queren' 2). De geallieerden wachtten waarschijnlijk op het effect van de diversie, waartoe Coehoorn de 27e gemachtigd was. Deze had inderdaad op het eind van Mei 14 bataljons bij Sluis samen getrokken, hetgeen la Mothe aanleiding had gegeven een sterke stelling bij Damme te betrekken, langs het kanaal Brugge-Sluis. Het leger van Villeroy deed echter geen enkel detachement, en evenmin bleek, dat de Fransen zich veel van de verschepingen op de Maas aantrokken. Uit het werkeloos blijven van Marlborough en de aanhoudende berichten omtrent samentrekking van troepen en artillerie bij Bergen op Zoom begrepen de Franse maarschalken dat de hoofdactie in het Noorden zou plaatsvinden, en hiernaar namen zij hun maatregelen. Het detachement van T'serclaes werd 4 Juni meer naar de omgeving van Aerschot verplaatst, om zo nodig bij Antwerpen te kunnen worden ingezet. Overigens hielden Villeroy en Boufflers hun troepen bijeen 3). In het leger te Thys ging in deze dagen weinig van betekenis om. Op 2 en 4 Juni hielden resp. de rechter- en de linkervleugel grote fourageringen, welke zich tot de nabijheid van Hoey uitstrekten. *73 x) Bulletin 28 Mei, bij Murray I-107. 2) ld. 31 Mei. 3) Pelet III-43 vlg; Marlborough aan Hop, kamp van Thijs, 2 Juni, bij Murray, I-108.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 301