affaire, pour laquelle nous pourrions en attendant prendre nos mesu-
res selon les mouvements des ennemis. J'ai ce projet beaucoup a
coeur pour l'ombrage qu'il donnerait a l'ennemi, l'utilité que l'Etat
en tirerait, et la satisfaction que nos amis en Angleterre en auraient
c'est ce qui me le fait souhaiter avec d'autantplus d'empressement'.
De voorliefde van 'nos amis en Angleterre' voor het beleg van
Oostende (Marlborough spreekt van 'mon premier project de
Flandre') was vermoedelijk juist de oorzaak, dat men in de Repu
bliek minder enthousiast gestemd was voor de onderneming, die
consequenties kon meebrengen op het gebied der politiek, in 't
bijzonder der handelspolitiek. Marlborough zond de brief van
Coehoorn van de i^e en zijn antwoord van de 17e aan Heinsius
en Slingelandt ter overweging, blijkens de Statenresolutie van
20 Juni: 'Voorts voor bedencken, off het dessein op Antwerpen
vooreerst te veel difficulteiten ontmoetende, niet vooraff Ostende
soude kunnen worden aengetast, ende dat ondertusschen met het
groote leger soodanige mouvementen souden kunnen worden ge-
maeckt, waerdoor het groote dessein op Antwerpen naderhand
facielder soude kunnen worden geëxecuteert, daer bij gemelte
Heere Hertogh van Marlborough verder verclaerde dat men geen
gedaghten moste hebben alsoff Engelandt bij veroveringe van Oost
ende daerop eenige pretensie soude maecken maer versekerde op sijn
woort dat die plaetse gelaeten soude werden om geheel met militie
van den Staat te werden beset.
Waerop gedelibereert sijnde, is goet gevonden ende verstaen, dat
de voorschreven verclaeringe ende versekeringe sal werden aen-
genomen, ende voorts de sake daer henen gedirigeert dat inge-
valle inde entreprise op Antwerpen voor eerst te veel difficulteyten
mochten werden gevonden de belegeringe van Oostende (soude)
mogen werden ondernomen ende de saecken daertoe gedisponeert'.
Dezelfde dag nog werden dienovereenkomstige orders aan Hop
gegeven, doch nog eens uitdrukkelijk gestipuleerd, dat het dessein
op Antwerpen, indien mogelijk, vóór moest gaan. Eveneens de 20e
schrijft Heinsius in dezelfde geest aan Marlborough. Het was dus
niet dan schoorvoetend en met alle waarborgen omkleed dat de
Staten tot deze afwijking van het oorspronkelijk krijgsplan hun toe
stemming gaven x)
Marlborough aan Heinsius, kamp van Thijs, 8 Juni; id., kamp van Hannef, 12 Juni (V. 't Hoff
nrs 120, 121); id. aan Nottingham, kamp van Hennef, 14 Juni, bij Murray p. 117 id. aan Coehoorn,
kamp van Hannef 17 Juni, ib.Seer. Res. St.Gl, 20 Juni; Heinsius aan Marlborough, 20 Juni
(V. t Hoff nr 123). De brief van Coehoorn aan Marlborough van 1 q Juni hebben wij niet aange
troffen. Aangaande de bezwaren, aan de onderneming tegen Oostende verbonden, Slingelandt aan
Hop, 20 Juni (St.GI 8217; ook bij Van Sypesteyn p. 173).
277