menten Holsteinse cavalerie, die nog niet waren aangekomen. Voorts
was men er zich van bewust, dat er geen gering gevaar bestond dat
dit leger door Bedmar, versterkt door een detachement uit het leger
van Villeroy, zou worden overvallen en de demonstratie op een
nederlaag zou uitlopen. Na ampele beraadslaging werd daarom beslo
ten, aan het grote leger om versterking te vragen, n.l. 6 tot 8 batal
jons en 2o tot 2eskadrons, en de volgende dag een verkenning te
houden teneinde een positie te zoeken, waar Obdams leger zich in
geval van een overmachtige aanval zou kunnen verdedigen totdat,
hetzij uit Vlaanderen, hetzij uit het grote leger, hulp zou opdagen.
Men schatte de bezetting der linies van Merxem op 14 bataljons
en 12 eskadrons; in werkelijkheid was zij nog sterker, n.l. 17
bataljons en 19 eskadrons.
De 23e in de vroegte had de bedoelde verkenning plaats, onder
dekking van 1000 man voetvolk en 1 300 beredenen. Coehoorn,
Slangenburg, Fagel, d'Ivoy en andere hoofdofficieren namen er
aan deel, doch Obdam merkwaardigerwijze niet; waarschijnlijk bij
wijze van protest tegen de voorgenomen amputatie van bijna de
helft van zijn infanterie. Coehoorn en de kwartiermeester-gene
raal Ivoy vonden een 'bequaem en secuir' kampement bij Ekeren,
op een half uur afstand van de vijandelijke linies. Niet allen hadden
het rechte vertrouwen in de securiteit van de stellingalthans Hop
schrijft aan Marlborough dienaangaande: .mais il me semble
que les aultres généraux n'en conviennent pas tout a fait, si bien
qu'on en déliberera plus amplement'Niettemin werd het plan ten
slotte goedgekeurd. Die dag waren, volgens de berichten van Spar-
re, de troepen in Vlaanderen reeds 'in beweging'.
Obdam voelde zich min of meer als het slachtoffer van een in
trigue, doch ook Hop was niet gerust op de toekomst. Wanneer hij
dezelfde dag aan Heinsius bericht zendt van de genomen besluiten,
vervolgt hij'Maer, mijn Heer, het groote leger dient nadien acht
te geven off de vyant uyt het haare eenig detachement herwaerts
soude mogen doen, om, in sulcken geval oock aen ons eenig secours
te senden. Daer over wert desen avont een expresse aenden
hertoch van Marlborough af (sic). Maer dewijl dese saeck seer im
portant jae capitael is geve ick U Ed. in bedencken off men dit niet
ten spoedichsten oock uyt den Hage soude konnen recommanderen
aenden lord Marboroug en de Heer van Ouwerkerck'.
De 2 3e werd tenslotte 'nae verscheyde deliberatien' besloten, dat
9 bataljons de Schelde zouden overgaan op een nader te bepalen tijd
stip, doch zodanig dat zij gelijktijdig met Sparre, van wie nog nader
bericht werd verwacht, tot de aanval zouden kunnen overgaan, ter-
280