enige aandacht te wijden aan de bewegingen welke tot aan dit tijdstip
aan Franse zijde in Vlaanderen hadden plaats gevonden.
Ten Westen van de Schelde was tot nog toe, daargelaten misschien
enkele partijgangers-ondernemingen, niet gevochten. Over de be-
wegingen der geallieerden hier vinden wij weinig gegevens; aan
Franse zijde hadden daarentegen allerlei verschuivingen plaats, als
reactie op werkelijke of vermeende aanvalsplannen der tegenpartij x).
Karakteristiek is op dit oorlogstoneel de versnippering der strijd
krachten in tal van soms zeer kleine groepjes.
In het begin van Mei beschikte Bedmar over een mobiele macht
van 19 bataljons en 12 eskadrons, in drie groepen verdeeld: 10
bataljons en 7 eskadrons onder zijn eigen bevel bij Lier, bataljons
in het Land van Waes, 4 bataljons en eskadrons onder la Mothe
bij Brugge. Voorts lagen nog 22 bataljons in de vestingen, van
Nieuwpoort en Oostende tot Lier.
Omstreeks 20 Mei ontving Villeroy van de koning bericht om
trent een voorgenomen aanslag op Nieuwpoort, met verzoek om
hiertegen de nodige maatregelen te treffen. Hij geeft daarop aan
la Mothe last, de bataljons uit het Land van Waes aan te trekken,
en aan Bedmar om naar de zijde van Gent te marcheren en het
garnizoen van Damme te versterken. Bedmar legert zich derhalve te
St. Nicolaas in het Land van Waes, waar de generaal Guiscard
zich bij hem aansluit met een brigade artillerie en 10 stukken ge
schut. La Mothe bewaakt de kanalen tussen Oostende en Gent.
Op het einde der maand doen de ontschepingen van geallieerde
troepen en materieel bij Bergen op Zoom en Lillo Bedmar inzien,
dat met een aanval op Antwerpen rekening moet worden gehouden.
Hij vestigt zich daarom iets dichter bij de stad, n.l. te Haasdonk,
met 11 bataljons en 8 eskadrons, terwijl drie nieuw aangekomen
bataljons onder bevel van Hessy te Stekene komen, ter bewaking
van het Land van Waes en als trait d'union tussen Bedmar en la
Mothe. De Nederlandse troepen in Vlaanderen telden toen, vol
gens Franse inlichtingen, 17 bataljons en 4 eskadrons.
Toen de tijdingen met betrekking tot concentraties der bondge
noten in het Noorden bleven aanhouden, werd, zoals wij reeds
zagen, T'serclaes met bataljons en 11 eskadrons de 4e Juni uit
het hoofdleger naar Boeschot (nabij Lier) gedirigeerd, en onder
bevel van Bedmar gesteld, die nu dus reeds 27 bataljons en 23 eska
drons onder zijn bevelen had, behalve nog de vestingtroepen, die in
middels tot 30 bataljons waren aangegroeid.
1) Voor de hierna volgende Franse bewegingen: Pelet III-19 vlg.
283