weer, beklommen, doch de bezetting bleek reeds gevlucht. Vanuit
de naburige forten heeft men blijkbaar niet de minste moeite gedaan
om tijdig de benodigde manschappen naar het bedreigde punt te
zenden, wat, indien de aanvallers werkelijk vier uren bij daglicht
onderweg geweest zijn, toch zeer wel mogelijk geweest was. Het
fort St Jan, waar een vrij sterke bezetting was, werd tevergeefs op
geëist. Op de opeising volgde noch een aanval noch een insluiting
van het fort, zodat de bezetting, waarbij zich veel vluchtelingen uit
het hierna te noemen gevecht bij Stekene hadden aangesloten, on
gehinderd op Antwerpen heeft kunnen terugtrekken.
Geheel anders waren de ervaringen welke Sparre en de zijnen
opdeden. Volgens Franse bronnen had Hessy op het bedreigde punt
aanvankelijk slechts 600 man aan geregelde troepen; hieruit zou
men moeten opmaken, dat, indien Sparre aanstonds na zijn aan
komst had kunnen beginnen, een gemakkelijke overwinning te boe
ken zou zijn geweest. Waarschijnlijk heeft de sterkte der stelling
hem hiervan teruggehoudenmet name vormde een brede gracht -
Sparre spreekt zelfs van een 'rivier' - een geduchte fronthindernis
voor de linie, die overigens uit gepalissadeerde wallen en enige
voorwerken bestond (zie schets/kaart nr 4).
De 26e besteedden de aanvallers behalve aan enige schermutselin
gen, aan het in stelling brengen van het geschut en het aanvoeren
en gereedstellen van pontons, fascines en andere overgangsmiddelen.
Het gevolg van dit oponthoud was echter, dat zich intussen enige
honderden men zegt 1 joo gewapende boeren op het be
dreigde front verzamelden. Deze hebben, naar alle getuigenissen, bij
deze gelegenheid zeer dapper gevochten; het leeuwendeel van de
weerstand komt voor hun rekening. Waarschijnlijk moet zulks niet
aan sympathie voor het Franse bewind worden toegeschreven, maar
aan het krachtig motief van hun eigendommen tegen brand en plun
dering te beschermen.
Des morgens vier uur van de 27e opende de Nederlandse artillerie
het vuur, dat twee a drie uur aanhield. De uitwerking zal hoofdzake
lijk in het vernielen der palissaden hebben bestaan; op de aarden
werken kan zij bezwaarlijk van betekenis zijn geweest en, wat de
hoofdzaak aangaat, het blijkt niet dat het moreel der verdedigers er
ook maar enigszins door is geschokt.
Tussen 6 en 7 uur begon de stormaanval tussen Stekene en de
brug bij Kiekenshage. Vooraan detachementen grenadiers en pio
niers, die met fascines de gracht vulden en met de handgranaat het
eerste werk dedendaarna de infanterie in drie colonnesde regi
menten en bataljons voorafgegaan door kolonels en andere hoofd-
288