apotheker en een chirurgijn, doch de eerste weigerde medicijnen te verschaffen en de laatste gewonden te verbinden alvorens er zeker heid was van betaling. Deze bijzonderheden leren ons enige brieven aan de Raad van State, wiens taak het was, op de zaken van de ge neeskundige dienst orde te stellen. Doch men kan er van op aan, dat alvorens in de verschillende leemten enigermate was voorzien, in het bedehuis te Hulst heel wat ellende is geleden 1). De nog her en der gelegerde Frans-Spaanse troepen trokken naar Antwerpen en elders terug, zodat het Land van Waes zonder verdere tegenstand in Staatse handen vielalleen - en dit was van veel be lang van het innemen van de positie bij Burcht, wat volgens Franse berichten in de eerste dagen na de inval gemakkelijk had kunnen ge schieden, kwam niets. Zelfs geen poging werd hiertoe ondernomen. Wat niet spaak liep was het innen der contributie. Dragonders zwermden uit over het vruchtbare, welvarende land, dat lange jaren geen vijandelijke inval had gekend. De schatkist der Republiek, waarvoor Hop, in zijn functie van thesaurier-generaal, bijzondere belangstelling had, voer niet slecht bij deze operatie en evenmin de betrokken generaals, Coehoorn in de eerste plaats. Volgens een ten vorigen jare door de Raad van State ontworpen regeling ontvin gen de generaals, 'een linie komende te forceeren ende also een wegh te banen tot het etablissement van de contributiën op plaat sen, daer die te voren niet geëtablisseert sijn', de 20e penning van de ontvangsten van het eerste jaar uit de betrokken gebieden; de volgende jaren kwamen deze °/o aan de gouverneurs der frontier- steden (Maastricht, Den Bosch, Breda, Bergen op Zoom en Sluis), teneinde hen 'boven haer plicht te animeeren' om de ontvangers en partisans bij het invorderen en executeren behulpzaam te zijn. Coe hoorn ontkwam dan ook niet aan de verdenking, dat zijn voorliefde voor de oorlog in Vlaanderen voor een deel aan beweegredenen van financiële aard was toe te schrijven. Het Land van Waes stond getaxeerd op ruim 217 000 gulden, doch Hop eiste ook contributies van de verder afliggende streken aan gene zijde der Schelde, als de landen van Aelst en Dendermonde, en gelastte tegen de onwilligen 'rigoureuse executien', 'hetsy bij brant off andersints', gelijk men meer in bijzonderheden kan zien in Bijlage 22 2). Brieven uit Hulst aan de R.v.St., 27 en 30 Juni (St.Gl 8217; aid. ook enige stukken over de legerhospitalen te Bergen op Zoom). 2) Seer. Res. St.Gl, 24 April 1702; Res. R.v.St. 16 Juni 1703; brief van J. Fullenius, ontvanger der contributie te Hulst, en verdere stukken over de contributie; St.Gl 8217. 'Memorie van de poincten, gearresteert door de H Ed. Heer Raad en Thesaurier Generaal Hop, aengaende de contri butiën van het Land van Waes en aencleve van dien, op den 19 Juli 1703, binnen Hulst' (St.G 8217, zie bijlage 22). 290

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 318