wetenschap ten nutte kon maken. De Franse veldheer vertrouwde echter op zijn met de snelle mars op Diest verkregen voorsprong. Ongetwijfeld was het gewijzigde plan sneller uitvoerbaar en bood het grotere kans op verrassing dan de door Guiscard voorgestelde actie in Vlaanderen 1). Het detachement, ter sterkte van 30 eskadrons beredenen, waar van de helft dragonders, en 30 compagnieën 1 joo man) grenadiers, vertrok de 29e des morgens 8 uur uit Diest; Boufflers, die het opperbevel over de gehele actie op zich zou nemen, ter wille der geheimhouding enkele uren later. De bagage werd te Aerschot achtergelaten. Na een voor die tijden werkelijk buitengewone mars van km kwam het merendeel der troepen reeds des nachts twaalf uur in de legerplaats te Deurne bij Antwerpen; de laatsten ongeveer zes uur des morgens. Daar Bedmar, met enkele nog van hier en daar aangetrokken afdelingen, reeds over 28 bataljons en 19 eskadrons beschikte, bezat Boufflers wel een zeer grote over macht, zowel aan voetvolk als aan beredenen. Boufflers kwam 10 uur des avonds in het kamp aan en maakte, tezamen met Bedmar, T'serclaes en Guiscard het plan van aanval op. Met het oog op de beken, welke het Hollandse kamp aan de Zuidzijde dekten, werd besloten, het vijandelijk leger rechts te om trekken en in de rug te komen. Om ontijdige ontdekking te voorko men was een grote omweg over de Brasschaetse heide nodig. Waarschijnlijk met hetzelfde doel werd niet ver van het vijandelijk kamp een afdeling dragonders in hinderlaag gelegd, welke uitgezon den patrouilles zou moeten oplichten, en waren de barrières sinds de vorige dag zorgvuldig gesloten gehouden. In de morgen van 30 Juni trokken de Frans-Spaanse troepen op drie plaatsen en op verschillende tijdstippen (Westerloo althans spreekt van uur, Guiscard van 8 uur) door de linies ten Oosten van Merxem. De mars ging in drie colonnes in Noordoostelijke richting tot bij 's-Gravenwesel, boog ten Oosten van het dorp om, ging vervolgens in Noordwestelijke richting tot bij de hoeve van Micke waar de slagorde werd geformeerd en vandaar op Capelle. Intussen werd echter veel tijd verloren door verdwalen en heen- en weertrekken van troepen op de uitgestrekte heidevelden; ook veel nodeloze vermoeienis moet hiervan het gevolg zijn geweest en, naar zich laat denken, ook een stemming welke niet bevorderlijk was voor het vertrouwen in de leiding en in het welslagen der onderneming. Door al dit oponthoud kwam, volgens het verslag van Boufflers, 29S 1) Villeroy a.d. koning, kamp van Diest 29 Juni (ib. nr 250).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 323