de marechal de camp Grimaldi. Het waren de brigade Westerloo, bestaande uit een bataljon van Westerloo, waarover de broeder van de brigadier, de hertog van Holstein, luit.-kolonel was, een Frans bataljon van Vexin en een oud Duits bataljon onder Brias, en de brigade Deynse, bestaande uit twee bataljons van Mortemar en een van Deynse. De brigades waren dus van gemengde samenstelling. Hoewel het bezit van Oorderen niet bepaald noodzakelijk was voor de omsingeling van het vijandelijk leger, achtte Guiscard het toch nodig het dorp te heroveren, daar hij begreep, dat het anders als uitgangspunt bij de te verwachten doorbraakpoging zou worden gebruikt. De aanval geschiedde door de brigade Westerloo in eerste, die van Deynse in tweede linie. Het was deze aanval, die door de troepen van het piket onder Palm werd afgeslagen. Zij zet ten de vluchtenden na tot dicht bij de standplaats van bet geschut, waar zij op hun beurt werden teruggedreven door een charge van de Guiche aan het hoofd der dragonders. Een langdurige en hardnek kige strijd volgde nu om en in het dorp, waar intussen ook de regi menten van Slangenburg en Fagel waren aangekomen, en waar het kerkhof als reduit werd verdedigd. Het kwam zover, dat het es kadron van Obelstein chargeerde in een van de straten, tezamen met de infanterie van Westerloo en Deynse. Ongeveer zes uur 's avonds waren de Fransen meester van het dorp. De aanwezige vier stukken geschut en drie vaandels vielen hun in handen. De ver dedigers namen de wijk deels door de polder, deels over de buiten dijkse schorren in de richting van Wilmerdonk. Omtrent deze phase van de slag bevatten de memoires van Wes terloo enige schilderachtige bijzonderheden, welke van waarde zijn omdat zij ons midden in de actie verplaatsen. Aan het hoofd zijner brigade, gevolgd door de hoboïsten - zo noemde men toen de muzikanten marcheerde de markies te paard over de dijk in de richting van Oorderen. Onderweg ontmoet hij de gevangen gravin van Tilly in haar karos. Terwijl hij aan het portier zijn compliment maakt, beginnen de eerste kogels te fluiten, 'ce qui lui faisant peur, elle rendit son compliment court'Onder aan de dijk vindt hij Guiscard, die hij nooit eerder gezien of later meer ontmoet heeft, en van wie hij nu eerst hoorde dat hij het bevel voer de. Van deze kreeg hij het aanvalsbevel, dat in ieder geval door kort heid uitmuntte'II me dit d'aller chasser ces geux-la de ce village, et s'en alia sans faire d'autre disposition'. Een terreinverkenning liet Westerloo maar achterwege, uit vrees dat zijn kort aangebonden nieuwe chef dit als lafhartigheid zou uitkrijten. De Hollanders lagen in een korenveld buiten het dorp, en vier stukken geschut bestreken 302

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1956 | | pagina 330