OPERATIES IN BRABANT; BELEG VAN HOEY
De 18e Juli keerde het mobiele korps van Coehoorn, zonder de
commandant, grotendeels naar de rechter Scheldeoever terug;
de nog overige 6 bataljons werden in de vestingen van Staats-
Vlaanderen verdeeld. Het was ook de Fransen duidelijk, dat hier
geen krijgsbedrijven van groot belang meer waren te verwachten.
Daarom ging ook Guiscard wederom over de Schelde, met uitzon
dering van 4 bataljons welke het Vlaamse Hoofd bleven bezetten.
De eerstvolgende operatie der bondgenoten had thans, nog steeds
volgens de besluiten van Bergen op Zoom, ten doel de beide legers
te verenigen, gezamenlijk de vijand slag te leveren, en zo mogelijk
de linies bij Antwerpen te forceren. Tezamen zouden zij een leger
vormen, zoals in de Zuidelijke Nederlanden nog zelden was aan
schouwd: 70 tot 80 000 man, behalve de geweldige tros, in een
legerkamp dat zich, op twee liniën van tenten over een lengte van
16 000 pas, d.i. ongeveer 12 km, uitstrekte (zie Bijlage 30).
Het moreel was uitstekend. Men stelt zich de 17e eeuwse soldaat
veelal voor als in de ban van een mechanische discipline, zonder
veel enthousiasme of medeleven met de strijd. Wat wij in de veld
tochten van de geallieerde troepen zien, bevestigt deze opvatting
niet. Het vorig jaar reeds wordt het leger niet alleen om zijn goed
moreel geprezen, maar ook als verlangend naar de strijd afgeschil
derd, en thans is het Witsen die, zijn aankomst te Lillo vermelden
de, zegt: 'vindende ons volk vol moets en dapperheyt, volveerdig
als leeuwen uijt te werken 't gunt hun aenbevolen wert' x).
Witsen was in deze tijd nog vol goede moed op een te behalen
succes, doch Marlborough was pessimistisch gestemd. Het ge
schut, dat te Bergen op Zoom in gereedheid zou worden gebracht,
was reeds een week over tijd. Toch moest het leger de 2 3e opbreken
wegens fouragegebrek. Vol wrevel was hij over het niet uitvoeren
van de besluiten van Bergen op Zoom, en hij voorspelde dat dit wel
zijn laatste veldtocht in de Nederlanden zou zijn. Op deze wijze kon
men geen oorlog voeren, zo schreef hij. 'It is impossible the warr
can goe on with succes att this rate, if measures must be taken be
tween two armys, and the quarels and animositys of privatt pepel
shall make a delay which hinders the whole'. Dit laatste was wel een
HOOFDSTUK XIII
(Schets nr 8)
Witsen aan burgemeesters van Amsterdam, Lillo, 21 Juli (Gem. Arch. Amsterdam, Arch. Burgs
nr 30).
321